Jezus, jou vrede. Jezus is voor iedereen gekomen, zolang Hij niet terugkomt kan je kiezen voor Zijn oplossing voor jou problemen en jou leven. 1 voorwaarde maar: geloof in Hem! Lees hier verhalen en getuigenissen om niet aan voorbij te gaan.
maandag 23 juli 2012
Bij de Heere
Maar ik wil niet, broeders, dat u onwetend bent ten aanzien van hen die ontslapen zijn, opdat u niet bedroefd bent zoals ook de anderen, die geen hoop hebben. 1 Thessalonika hfdst.4 vers 13.
In ons leven als christenen moeten we soms
afscheid nemen van elkaar omdat de dood
tussenbeide komt. Het doet pijn, als de plaats van
iemand die ons zo lief was, leeg wordt. De Heere kent
die pijn. Hij huilde met Maria en Martha mee, toen
Lazarus, Zijn vriend, gestorven was. Hij was bewogen met die
moeder te Naïn om haar zoon. En wie kan dan troosten als Hij? Hij richt ons oog dan op Hemzelf en zegt:‘Ik ben de Opstanding en het Leven.’ Hij zegt ons als
in Matth.9: ‘Het meisje is niet gestorven, maar het
slaapt.’ En we weten: het lichaam ‘slaapt’ in het graf
tot Christus’ komst, maar de ziel geniet reeds nu de
vreugde van het Hemels Paradijs.
‘Want de Heere Zelf zal neeerdalen’ (vers 16).
Er zijn veel taken die God Zijn engelen laat uitvoeren.
Zo lezen wij dat zij legers verslaan, mensen in bescherming nemen en ze in veiligheid brengen, maar
ook belangrijke boodschappen overbrengen. Hier vinden we iets wat de Heere aan hen niet overlaat, zelfs
niet aan Zijn aartsengelen. Hij verlangt zo naar dit ogenblik, het is zo hoogst belangrijk, dat Hijzelf zal komen
en persoonlijk de Zijnen tegemoet gaan in de lucht,
opdat zij voor altijd bij Hem zullen zijn. Verlangt u
ook zeer naar dat moment?
1 Thessalonicenzen 4:13-18
zaterdag 14 juli 2012
God behagen
Verder, broeders, vragen wij u en roepen wij u er in de Heere Jezus toe op, dat u, zoals u van ons ontvangen hebt hoe u moet wandelen en God behagen, daarin nog meer overvloedig wordt. 1 Thessalonika hfdst.4 vers 1.
Als onmogelijk lijkende opdracht staat hier te lezen:‘God behagen’ en verder ons zó gedragen dat God er vreugde in heeft. Hoe is het mogelijk, dat de heilige
God er blij over kan zijn dat wij als christenen leven?
Het kan! Anders stond dat niet te lezen in Gods Woord.
Natuurlijk is dat nooit buiten Christus’ werk om: Zijn offer
op het kruis en Zijn voorbede voor ons. Hoe moet dat
dan? Zelf goed ons best doen? Stipt ‘onze’ geboden
en verboden houden? Nee, dat is het niet. Maar: de
Heere toegewijd zijn. Daarbij geldt de kernvraag: gaat
het bij ons om Hem? Om Zijn eer? In de grote dingen
van ons leven en in de details van elke dag? Zit Hij op
de ‘troon’ van ons hart? Vraag maar steeds: ‘Heere,
wat wilt U dat ik doen zal?’
‘Dit wil God: uw heiliging’ (vers 3).
De Heere God is heilig en Hij verwacht van Zijn kin-
deren een heilig, Hem toegewijd leven. Alhoewel de
gelovigen bevrijd zijn van het juk van de wet, heeft
God ons toch voorschriften gegeven. Deze houden
onder andere een zuiver huwelijksleven in. In onze
dagen wordt het huwelijk voor steeds meer mensen
een verouderd begrip. De van God gegeven normen
vervagen en raken bij velen in onbruik. Ontrouw in
het huwelijk komt steeds meer voor. Dat is zonde
voor God. We zijn gewaarschuwd. Hij zal daar eenmaal
rekenschap voor vragen en met zijn gerechtigheid oordelen. Bent u het hiermee niet eens, dan verwerpt u geen mensen, maar God. Een zeer ernstige zaak!
1 Thessalonicenzen 4:1-12
dinsdag 10 juli 2012
identiteit
En ú moge de Heere doen toenemen en overvloedig maken in de liefde tot elkaar en tot allen, zoals ook wij dat zijn tot u, 1 Thessalonika hfdst.3 vers 12.
Paulus had met veel zorg het bericht over de
pas bekeerde christenen afgewacht. Zouden ze staande
zijn gebleven in de verdrukkingen? Zouden ze zich
tegen hem, de ‘oorzaak’ van alles, en (wat erger is)
tegen de Heere gekeerd hebben? Het wonder is gebeurd: hun geloofsvertrouwen en liefde waren eerder
toegenomen! Juist die vervolgingen om Christus’ wil
hebben hen nog dichter bij de Heere en bij elkaar
gebracht. Herkennen we dat? Zijn ook wij niet apart-
gezet met onze medechristenen door de ongelovige
wereld om ons heen? Als gemeente, of als gezin in de
straat? Als christenstudenten op school? En dan juist
mogen we elkaar opzoeken, elkaar bemoedigen in het
geloof en in de liefde.
De komst van de Heere is een belangrijk onderwerp in
deze brief. Hoe zal Hij ons aantreffen bij Zijn komst?
Dat is de vraag in dit gedeelte. Bijzonder is dat je
nooit tevreden moet zijn met een bestaande situatie.
Terwijl geloof, hoop en liefde volop aanwezig waren
in Thessalonica, wordt er toch aangedrongen op een
voortgaande geestelijke groei. Met name van de lief-
de. Zowel intern als extern. Liefde is met anderen
bezig zijn, hen helpen, leiden en ondersteunen. Liefde
is anderen dienen en niet jezelf zoeken. Waken, wachten en dienen zij onze identiteit in Christus!
Lees 1 Thessalonicenzen 3:6-14
Abonneren op:
Posts (Atom)