Mijn broeders, heb het geloof in onze Heere Jezus Christus,de Heere der heerlijkheid, zonder aanzien des persoons. Jakakobus hfdst.2 vers 1. Bij God is het zo, er is geen aanzien des persoons bij Hem. Dat kan van ons mensen, niet altijd gezegd worden. Wij hebben soms een overdreven respect voor rijkdom, macht en positie, zélfs in onze omgang met medegelovigen. Daarom wijst Jakobus hier op de Here Jezus als de Here der heerlijkheid. Echt geloof richt zich niet op de wereld om ons heen, met al zijn schijn en glitter en glammer waar wij zo gevoelig voor zijn. Echt geloof richt zich op de heerlijkheid van Jezus Christus. Als wij ons daarop richten, zullen we geen onderscheid onder elkaar gaan maken. We zullen elkaar zien als broeders en zusters in het geloof, die allen gekocht zijn door het bloed van Christus. Discriminatie is een woord en een begrip dat we allemaal kennen. Wat hebben de zwarte kleurlingen hier onder moeten lijden. En nog! Zij zijn heel vaak behandeld als wezens zonder rechten en van lagere orde dan de blanken. Rassendiscriminatie: het ene ras zou hoger staan dan het andere. Ook onze eeuw laat hiervan vreselijke beelden zien. Jakobus heeft het over discriminatie in de Gemeente. Ook die is er maar al te veel geweest en helaas bestaat die nog steeds! Er wordt zo weinig gelet op de geestelijke rijkdom. En daar gaat het in de Gemeente om. Want bij God, bij Christus is er geen aanzien des persoons! Lees Jakobus 2:1-13.

Horen en/of doen

Elke goede gave en elk volmaakt geschenk is van boven en daalt neer van de Vader der lichten, Jakobus hfdst.1 vers 17a. De Vader is een Gever. Hij geeft goede dingen. Misschien ervaren wij niet altijd als plezierig wat Hij ons geeft. Toch geeft God perfekte geschenken. Is het grootste geschenk niet Zijn eigen, veelgeliefde Zoon? Daarmee gaf Hij alles wat Hij in de hemel had. Gods hemel staat nu open voor allen die dat grote geschenk hebben aangenomen. In dit stukje lezen we verder over luisteren en doen. Als we kinderen van God zijn geworden, zal dat moeten blijken uit ons leven. Het eerste dat we te doen hebben, is: luisteren naar wat de Heere in Zijn Woord zegt. ‘En wees daders van het Woord en niet alleen hoorders. Anders bedriegt u uzelf.’ (vers 22). Alle eeuwen door is er, zeker voor de christen, het verschil geweest tussen theorie en praktijk. Hoeveel ergernis is er gegeven door mensen die met een vroom gezicht geen kerkdienst oversloegen, maar in de week in handel en wandel allerminst betrouwbaar bleken. Dit euvel blijkt al eeuwen oud te zijn, want Jakobus waarschuwt er al tegen. Alle hoorders zijn nog geen daders! Wat blijkt er van ons geloof? Wat zijn we vaak vergeetachtige hoorders. Als het Woord tot ons komt, is het Gods bedoeling dat het in ons leven vrucht draagt tot eer van Zijn Naam. Lees Jakobus 1:17-27

Getest en goedgekeurd?

want u weet dat de beproeving van uw geloof volharding teweegbrengt. Jakobus hfdst.1 vers 3. Het voor vreugde achten als je in allerlei verzoekingen valt? Het is niet prettig als je langdurig ziek bent, of werkeloos, of als je niet weet hoe je de eindjes aan elkaar moet knopen. Maar voor een kind van God liggen de zaken anders. Het kind weet dat zijn hemelse Vader hem of haar nooit zómaar dingen toelaat om te gebeuren. Onze Vader heeft er een doel mee. Hij wil dat wij laten zien wat het geloof ons waard is. Hij wil ons tonen in hoeverre wij Hem blijven vertrouwen, juist als we het moeilijk hebben. En als we het doel dat Hij ermee heeft niet zo duidelijk zien, is het maar goed dat we bidden. Als we bidden in geloof, dan zal God geven wat we nodig hebben. Nadat een nieuwe auto ontworpen en uiteindelijk na jaren arbeid klaar is, komt het moment dat hij wordt uitgetest op de testbaan. Daar blijkt of er hier en daar nog aan gesleuteld moet worden om het optimale resultaat te bereiken en hoge verkoopcijfers te halen. Wat wij als christenen waard zijn, wordt uitgetest op de ‘testbaan’ van ons leven. Die weg zit vol bochten en kuilen en onverwachte hindernissen die we moeten nemen. We weten dat God die alle kent. We haken dan niet bij de eerste de beste bocht af, maar weten dat de beproefdheid van ons geloof volharding uitwerkt. Heeft iemand de proef doorstaan, dan zal hij de kroon des levens ontvangen, die God beloofd heeft aan wie Hem liefhebben. Lees Jakobus 1:1-16

Vrede zij u

Moge de Heere van de vrede Zelf u voortdurend vrede geven op allerlei wijze. De Heere zij met u allen. 2 Thessalonicenzen hfdst.3 vers 16. Deze vrede in ons leven ervaren, ononderbroken, ondanks alle vragen, problemen en zorgen? We spreken hier over christenen die vrede met God bezitten, en daarmee tegelijk een opdracht hebben: aan Hem gehoorzaam te zijn. Levend te midden van een krom en verdraaid geslacht, mogen wij een getuigenis voor de wereld zijn, zoals de apostel Paulus en de zijnen dat waren, en een voorbeeld voor onze medechristenen. Als we daarin trouw zijn, zullen we deze vrede kunnen ervaren, maar ook meer God Zelf leren kennen als de Heere van de vrede, de bron van de vrede. Paulus heeft het in dit gedeelte over uiteenlopende groepen van mensen: wargeesten, slechte, ontrouwe mensen. Mensen die zich van regels niets aantrekken, mensen die niet willen werken, eigenwijze mensen die niet willen luisteren. Aan sommigen moet je je onttrekken. Met hem die het apostolisch woord ongehoorzaam is, moet je niet omgaan, maar je moet hem terechtwijzen niet als een vijand maar als een broeder. Een onmogelijke opdracht? Wacht even! Vers 5 zegt: ‘De Heere moge uw harten richten op de liefde van God’, en vers 3 dat de Heere ons zal sterken en bewaren voor de boze. Wanneer de Heere met ons is, zijn er ook geen onmogelijkheden, dan wel mogelijkheden die in vrede voortspruiten uit gehoorzaamheid, trouw, aan Hem! Lees: 2 Thessalonicenzen 3:6-18.

Kijk omhoog

En de Heere moge uw harten richten op de liefde van God en op de volharding van Christus. 2 Thessalonicenzen hfdst 3 vers 5. Een aantal hulpbronnen die ons christenen ter beschikking staan in dagen van verval en dreiging. Heel wat verwijzingen naar het gebed vinden we in dit gedeelte. Als we gering denken over de macht van het gebed begeven we ons op het mijnenveld van de vijand. We moeten steeds weer en meer gaan beseffen hoe nodig we het hebben om van de Heere afhankelijk te zijn, vooral indeze dagen waarin de mensen in zelfverheffing (lees : hoogmoed) alle hulp bij de mens zelf zoeken. In de praktijk van ons leven zijn ook wij helaas niet vrij van onjuist zelfvertrouwen in plaats van vertrouwen op de Heere. Rekenen we op de liefde van God? Volharden we tot de komst van de Heere Jezus? Want we lezen: ‘Maar de Heere is getrouw’ (vers 3). Na al die waarschuwingen voor wargeesten en slechte mensen richt het Woord onze blikken omhoog. Hoe moeilijk onze omstandigheden ook mogen zijn, er blijft altijd Iemand die niet wankelt. Ook als de christenen rondom ons tegenvallen, ja, zelfs als wij bij onszelf merken dat we het er weer slecht hebben afgebracht, dan blijft Hij getrouw en Hij belooft ons in dit vers dat Hij ons sterken en bewaren zal. Niet alleen dat Hij dat wil, nee, Hij zál het ook doen. Dank u, Heere, dat U getrouw bent en wat U belooft U dat ook zult doen! Lees: 2 Thessalonicenzen 3:1-5

Ook in 2013

God, onze Vader, die ons zijn liefde heeft getoond en ons door zijn genade blijvende steun en goede hoop gegeven heeft 2 Thess. 2:16b De wederomgeboren christenen zullen door de Heere Jezus in de hemel worden opgenomen, vóór dat de mens der wetteloosheid zich zal openbaren en God het oordeel zal voltrekken aan afvallige joden en naamchristenen en allen die God miskent hebben. Het geheimenis van de wetteloosheid was al in werking in de dagen van de apostel Paulus, hoeveel te meer dan in onze dagen! In het tekstgedeelte zien we steeds duidelijker hoe de lijnen zich aftekenen van de vervulling van de profetie. Laten we echter niet vergeten dat God een volk heeft bereid voor Zichzelf. Dan leest vers 10: omdat zij de liefde voor de waarheid niet aanvaard hebben. Hoe afschuwelijk is het te lezen hoe God een geest van dwaling moet zenden zodat de mensen de leugen zullen geloven. Er is dan ook al veel aan voorafgegaan voordat het zover kwam. Nee, gráág doet de Heere dit niet. Hij is een God van liefde, maar ook een God van licht en al bijna tweeduizend jaar staat deze waarschuwing in Zijn Woord. Liefde tot de waarheid, die Hij graag beloont. Wie echter zijn eigen droomwereld opbouwt, kan er zeker van zijn dat die eens boven zijn hoofd zal instorten en hem meeslepen in zijn val. Lees 2 Thessalonicenzen 2:5-17