donderdag 14 februari 2013

Horen en/of doen

Elke goede gave en elk volmaakt geschenk is van boven en daalt neer van de Vader der lichten, Jakobus hfdst.1 vers 17a. De Vader is een Gever. Hij geeft goede dingen. Misschien ervaren wij niet altijd als plezierig wat Hij ons geeft. Toch geeft God perfekte geschenken. Is het grootste geschenk niet Zijn eigen, veelgeliefde Zoon? Daarmee gaf Hij alles wat Hij in de hemel had. Gods hemel staat nu open voor allen die dat grote geschenk hebben aangenomen. In dit stukje lezen we verder over luisteren en doen. Als we kinderen van God zijn geworden, zal dat moeten blijken uit ons leven. Het eerste dat we te doen hebben, is: luisteren naar wat de Heere in Zijn Woord zegt. ‘En wees daders van het Woord en niet alleen hoorders. Anders bedriegt u uzelf.’ (vers 22). Alle eeuwen door is er, zeker voor de christen, het verschil geweest tussen theorie en praktijk. Hoeveel ergernis is er gegeven door mensen die met een vroom gezicht geen kerkdienst oversloegen, maar in de week in handel en wandel allerminst betrouwbaar bleken. Dit euvel blijkt al eeuwen oud te zijn, want Jakobus waarschuwt er al tegen. Alle hoorders zijn nog geen daders! Wat blijkt er van ons geloof? Wat zijn we vaak vergeetachtige hoorders. Als het Woord tot ons komt, is het Gods bedoeling dat het in ons leven vrucht draagt tot eer van Zijn Naam. Lees Jakobus 1:17-27