zaterdag 25 december 2010

vrijdag 24 december 2010

Twee heilige vrouwen.

en zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht voor hen die Hem vrezen. Lukas hfdst.1 vers 50.
Maria reist naar haar verwant Elisabeth. Haar hart is vol blijdschap en in haar vreugde brengt ze een loflied: ‘Mijn ziel maakt de Heer groot!’ Maar tegelijk erkent ze ook haar lage staat. Elisabeth, eerst bezorgd over haar smaad onder de mensen, wordt vervuld met de Heilige Geest. Samen met Maria verblijdt ze zich nu over de grote dingen die over hen komen. Twee heilige vrouwen. Voor de wereld onbeduidend, maar voor God werktuigen van Zijn grote genade. God weerstaat de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade en zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht voor hen die Hem vrezen. Wilt u ook niet nederig tot Hem gaan en u verblijden over de genade van God? De geweldige uitwerking van Gods Woord op Maria’s leven zette haar in beweging. Wat een contrast met de Schriftgeleerden uit Matth. 2! Zij wisten anderen vanuit Gods Woord exact te vertellen waar de Messias geboren zou worden, maar het zette henzelf niet in beweging! Misschien bent u behoorlijk thuis in de Bijbel en misschien zelfs in staat anderen daaruit te onderwijzen. Wordt u zelf ook nog door Gods Woord in beweging gezet? Hebt u bijvoorbeeld iets met een ander goed te maken? Haast u dan. U zult bemerken dat u (weer) spoedig een lofzang in de mond kunt nemen! Een heerlijke tijd om dit te doen!
Lees Lukas 1:39-56.
Zalig Kerstfeest, de vrede en de vreugde van de Heer weze met u.
<>< Pieter.

donderdag 23 december 2010

Geld en leugen, hand in hand

En zie, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding van de eeuw. Mattheüs hfdst.28 vers 20.
In deze wereld waarin geld en leugen een machtige rol spelen, mogen wij toch weten dat onze Heer, die alle macht heeft, met ons is. In de hemel, maar ook op aarde! Met deze zekerheid kunnen we heengaan en onze opdracht vervullen om van de waarheid te getuigen in deze leugen-wereld. Kunnen we dat aan? Ja, maar met de Heer! Hij is immers met Zijn macht en liefde bij ons. Wat een belofte: Ik ben met u! Daar kunnen we het best mee doen. In blijde en in droeve dagen; alle dagen. Ook vandaag dus. De mensen van macht en leugen gaven de soldaten veel geld, en zij zeiden: Zegt…’ Dacht u dat corruptie iets typisch is voor vandaag? Nu, daar wisten ze vroeger net zo over mee te praten en handelen. Hebt u wel eens zo’n domme smoes gehoord: ‘Tijdens mijn slaap merkte ik hoe Zijn discipelen gekomen zijn en Hem hebben weggenomen.’ Je hart moet wel heel hard zijn om zo’n verhaal zonder blikken of blozen te durven vertellen. Een gewaarschuwd soldaat, behorend tot de uitverkoren Romeinse garde, bewaakt een graf met het keizerlijk zegel en dan… Och, we hebben allen geslapen. Wat heeft geld toch veel mensenlevens kapotgemaakt. Maar zelfs het grootste geld kan niet verlossen, geen zilver of goud, zo verzekert Petrus ons, alleen het kostbare bloed van Christus, Gods uitverkoren Lam.
Lees Mattheüs 28:11-20.
Groetjes,
<>< Pieter.

woensdag 22 december 2010

Ook voor rovers...

Hij vertrouwt op God - laat Hij Hem nu redden als Hij behagen in Hem heeft! Want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon. Mattheüs hfdst.27 vers 43.
Toen de Heer Jezus aan het kruis hing, hebben de mensen Hem met hun hoon en spot op bijzonder kwetsende manier laten voelen hoe zij Hem verachtten. Onze gezegende Heer moest het aanhoren dat Hij gelasterd werd om wat Hij waarachtig was: de Zoon van God, de Koning van Israël en de Mens die Zijn vertrouwen volkomen op God gesteld had. Nooit was er Iemand als Hij, die de moeilijkste, de zwaarste weg ging in het volle vertrouwen dat Gods weg altijd volmaakt is. Totdat alles volbracht was, was er voor Hem geen verlossing, opdat ons een eeuwige verlossing zou worden aangebracht. ‘Toen werden met Hem twee rovers gekruisigd, één aan zijn rechterzijde en één aan zijn linkerzijde.’ Het moest gebeuren. Jesaja had het voorzegd: Hij zou onder de overtreders worden geteld. Ook David had het harteleed van de Messias aangevoeld en van Hem geschreven: ‘Wat ik niet geroofd heb, moet ik toch teruggeven.’ Hij had niets geroofd, maar aan alle mensen, vriend maar ook vijand, goed gedaan en bovenal aan God alles gegeven wat Hem toekomt aan geld, tijd, inzet, eer en verheerlijking. Hij werd met rovers gekruisigd. Wat moet het Hem pijn gedaan hebben zo’n onrecht te ervaren. Maar ook, hoe wonderlijk: Hij stierf daar om ook aan rovers Gods genade te kunnen aanbieden.
Mattheüs 27:33-44
door : anoniem
Groetjes,
<>< Pieter

zondag 19 december 2010

Velen begrijpen dit niet



Zeker doen als het "Messiaanse Joden betreft"

Groetjes,
<>< Pieter.

dinsdag 14 december 2010

Spot en lijden

en zij vielen op hun knieen voor Hem en bespotten Hem aldus: Gegroet, koning der Joden! Mattheüs hfdst.27 vers 29b.
Jezus, in totale onschuld, door Pilatus overgegeven om gekruisigd te worden, werd nu het mikpunt van de wrede spot van de Romeinse soldaten. Zij deden Hem een namaak-koningsmantel om en gaven Hem een schijn-scepter in de rechterhand. De spot-kroon die Hij droeg, was gemaakt van doornen, die onder de slagen van de spottende soldaten in Zijn hoofd drongen en Hem pijnlijk verwondden. Toen zij er genoeg van hadden en op weg gingen naar de plaats van de kruisiging, was Jezus Zelf niet meer in staat het kruis te dragen. Hoewel Hij echt de Koning was, wilde Hij lijden en sterven voor allen die in Hem geloven en die nu Zijn volgelingen en onderdanen zijn. Het meest onrechtvaardig lijden komt over onze Heiland. Op een voor ons ongekend wrede geseling volgt een weerzinwekkende bespotting door een grote groep Romeinse soldaten. Hij, de Here der Heren en de Koning der koningen, laat dit alles geduldig toe en draagt dit lijden. Hij geeft alles over aan Hem, die rechtvaardig oordeelt. De scharlaken mantel, de doornenkroon, het riet in Zijn rechterhand, alles ondergaat Hij, zonder dat er een woord van verwijt over Zijn lippen komt. Bewonderen we hier onze Heiland. Hij heeft gehoorzaamheid geleerd uit wat Hij geleden heeft en Hij is voor allen die Hem gehoorzamen de Bron van eeuwig leven geworden.
Lees Mattheüs 27:27-32.
Groetjes,
<>< Pieter.

vrijdag 10 december 2010

Wijs en dwaas.

Wie is wijs?
De werkelijk wijze zal het Woord van God horen (1:5)en het gehoorzamen (12:15); opslaan wat hij heeft geleerd (9:9; 10:4); de verlorenen winnen (11:30);
zich afwenden van de zonde (14:16); zijn tong beheersen (10:19; 16:23);
en ijverig zijn (10:5). De wijze zal eer beerven (3:35);
vreugde brengen aan anderen (10:1; 15:20); hij of zij zal niets tekortkomen (21:20); en kracht hebben om te strijden (24:5-6).

Het pad van de dwaas
De wijsheid richt zich tot drie soorten mensen: de onnozelen, de spotters en de dwazen. De onnozelen zijn mensen die alles geloven (14:15). Ze hebben geen verstand (7:7; 9:4) en kunnen de weg die voor hen ligt, niet onderscheiden (22:3; 27:12). Spotters denken dat ze alles weten (21:24), dus worden ze nooit wijs (14:6), en trekken ze zelfs geen lering uit een terechtwijzing (9:7-8; 13:1; 15:12). Het zijn grote onruststokers (22:10), die zouden moeten worden bestraft (19:29; 21:11). Dwazen zijn zelfverzekerd (12:15; 28:26) en hebben een grote hekel aan onderricht (1:7, 22; 23:9). Ze spreken trotse woorden (10:18; 14:3), twisten graag (18:6-7; 27:3), zijn bemoeials (20:3), spreken zonder na te denken (18:13; 19:11) en spotten over zonde (14:9). Straf helpt niet (17:10; 27:22) en uiteindelijk zullen ze ten val komen (10:8,10,14).

Warren W. Wiersbe

Groetjes,
<>< Pieter

woensdag 8 december 2010

Geen verdediging.

Jezus stond voor de stadhouder en de stadhouder vroeg Hem: U bent de Koning van de Joden? Jezus zei tegen hem: U zegt het. Mattheüs hfdst.27 vers 11.
De Joden waren onderworpen aan de Romeinse heerschappij, hun vonnis moest bekrachtigd worden door de stadhouder Pilatus. Het bleef een merkwaardig proces. Jezus bevestigde dát Hij de Koning der Joden is, maar verder antwoordde Hij op geen enkele vraag van Pilatus en op geen enkele beschuldiging van de overpriesters en de oudsten. Hun aanklachten overschreeuwden de stem van hun geweten. Jezus bleef zwijgen. De verworpen Koning deed Zijn mond niet open, zoals ‘een lam dat ter slachting geleid wordt’ (Jes. 53:7). Hij ging vrijwillig in de dood, om u en mij van de eeuwige dood te redden. De Joden mochten geen doodvonnis voltrekken. Daarom werd de Heer Jezus voor Pilatus, de Romeinse stadhouder, gebracht. Naar de beschrijving van dit Evangelie is het verhoor maar heel kort. Jezus bevestigt de vraag van Pilatus over Zijn koningschap en zwijgt daarna. We denken aan de woorden van Jesaja: ‘Hij werd mishandeld, maar Hij liet Zich verdrukken en deed Zijn mond niet open; als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed Hij Zijn mond niet open.’ Christus heeft voor u geleden en u een voorbeeld nagelaten, opdat u in Zijn voetstappen zou treden.
Lees Mattheüs 27:11-18.
Groetjes,
<>< Pieter.

maandag 6 december 2010

Bezweken.

En terstond kraaide de haan. En Petrus herinnerde zich het woord van Jezus, die gezegd had: Voordat de haan kraait, zul je Mij driemaal verloochenen. En hij ging naar buiten en weende bitter. Mattheüs hfdst.26 vers 75.
Het kritieke moment van die avond was aangebroken voor Petrus, een van Jezus’ trouwste volgelingen. Zijn Meester was ter dood veroordeeld. Men had Hem in het gezicht geslagen, bespuwd, bespot. Wou Petrus of kon hij het nog langer aan bij Jezus te horen? Het bleek nu immers een verloren zaak! Petrus, die niet zolang geleden had gezegd dat hij Christus niet zou verloochenen – zelfs al moest hij met Hem sterven – bezweek voor de verzoeking. Hij verloochende zijn Meester, en dat tot driemaal toe. Toen leek alles voor hem ook verloren: hij ging naar buiten en weende bitter. Dit berouw echter liet zijn latere herstel toe als discipel en getuige van de opgestane Heer. Hoe kon Petrus zo diep vallen? Kijken we daartoe eens in het hart van elke mens:
Hoogmoed: bij Petrus: al zouden allen aanstoot aan U nemen, ik nooit.
Zelfoverschatting: bij Petrus: zelfs al moest ik met U sterven, ik zal U voorzeker niet verloochenen.
Geestelijke lauwheid: bij Petrus: niet gewaakt en gebeden om niet in verzoeking te komen.
Drie punten van uiterste waakzaamheid over onszelf dus!
Zijn er nog lichtpuntjes in dit droevige verhaal? Ja, de woorden van de Heer Jezus: ‘Simon, Simon, zie, de satan heeft verlangd ulieden te ziften als de tarwe, maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet zou bezwijken’ (Luk. 22:31). Dit is onze troost: we hebben een biddende Heiland, die ons nooit loslaat.
Lees Mattheüs 26:69-75.
Groetjes,
<>< Pieter.

vrijdag 3 december 2010

Een bijzondere arrestatie.

Hoe zouden dan de Schriften vervuld worden dat het zo moet gebeuren? Mattheüs hfdst.26 vers 54
De gevangenneming van Christus is een aangrijpend onderdeel van de gebeurtenissen die leidden tot Zijn veroordeling en kruisiging. Toch was het beslist niet zo dat Hij al deze voor Hem zo uiterst pijnlijke gebeurtenissen nu maar passief onderging. Nee, Christus ging welbewust de weg van het lijden. Zonder te wankelen richtte Hij Zijn schreden naar Golgotha, om daar de wil van de Vader te volbrengen en voor schuldige zondaars te lijden en te sterven. De Schriften getuigden van de lijdende Knecht des Heeren, en nu was het moment van hun vervulling aangebroken. Het is een bijzondere arrestatie. Dat kan ook niet anders, want het betreft hier de Messias, de Zoon van God. Als we het nog eens rustig nalezen, wordt wel duidelijk waar de macht ligt. Niet bij de Joden, niet bij de Romeinen – die vallen allemaal op de grond, lezen we bij Johannes. De macht ligt bij de Heer Zelf. Hij laat Zich gevangennemen, geneest ondertussen nog een oor, vermaant Petrus en de hele menigte. Alles wat gebeurt, is vervulling van de profetieën. Zelfs de vlucht van de discipelen is voorzegd. De Heer vraagt dan ook niet om hulp van engelen. Hij wil Gods weg gaan. Daarvoor moet Hij alléén zijn.
Lees Mattheüs 26:47-56.
Groetjes,
<>< Pieter.

donderdag 2 december 2010

lessen om te leren

En de discipelen deden zoals Jezus hun had opgedragen en bereidden het pascha. Mattheüs hfdst.26 vers 19.
Wij, de discipelen van de Meester, leerlingen, navolgers van de Heer Jezus, luisteren graag naar elke aansporing om Hem in alle details van ons leven de eerste plaats te geven, zoals de discipelen toen deden. We vinden hier nog een ander voorbeeld: er was in de stad zelfs een onbekende discipel die zijn huis voor de Meester gereed en beschikbaar had, in een tijd dat hij zijn opperzaal voor veel geld zou kunnen verhuren. Wat een verschil met die andere 'discipel' Judas! Eén van u zal Mij verraden, zegt de Heer plotseling tijdens de maaltijd. Daar schrikken de discipelen van. Ze worden ook verdrietig. Zou ik het zijn? vragen ze zich af. Eén voor één komen ze met die vraag bij de Meester. Ze lijken zichzelf te kennen. Ze kennen hun eigen zwakheid. En daar worden ze klein van. Een half uur later, als Judas weg is, reageren ze heel anders. ‘Zelfs al moet ik met U sterven, ik verlaat U nooit!’ roepen ze in koor. Welke reactie de Heer het meest waardeert, weten we niet. Maar in beide zit een les: enthousiast en vurig zijn voor de Heer, maar wel in het besef van eigen zwakheid.
Lees Mattheüs 26:17-25.
Groetjes,
<>< Pieter.

vrijdag 26 november 2010

Begrepen?

Jezus echter, die dit wist, zei tot hen: Waarom valt u de vrouw lastig? Want zij heeft een goed werk aan Mij verricht. Mattheüs hfdst.26 vers 10.
Maria had Christus gezalfd met het oog op Zijn begrafenis. Uit deze zalving sprak haar liefde en toewijding tot de Meester, zeker, haar aanbidding. Zij had begrepen Wie Hij was en Hem geëerd daar waar de discipelen (nog) niets begrepen van wat hun Meester zou overkomen. De Heer Jezus verdedigt haar die zo’n offer (de waarde van een jaarlijks inkomen) aan Hem had besteed. De Heer verlangt dat de blijde boodschap tot redding van zondaars dit resultaat zal heeft: aanbidding van Zijn wonderbare Persoon. Bent u al een aanbidder? Het is een soort afscheidsmaal in het huis van Simon. Er is er maar één persoon die dat daar begrijpt. Dat kost haar een fles mirre. Verkwisting, noemen de discipelen het. Nee, zegt de Heer, een heel waardevol geschenk. Zij begrijpt Mij, en probeert uit te drukken wat ze van Mij vindt. Ze leeft met Mij mee. Ze heeft mij lief. Deze vrouw is een voorbeeld. Weten ook wij wat de Heer Jezus aangenaam vindt? Leven ook wij met Hem mee? Zijn ook wij dankbaar voor wat Hij voor ons gedaan heeft? En zo ja, wat kost òns dat dan? Hoeveel tijden van bewondering kennen wij? Hoeveel minuten dankbaarheid per dag? Juist dát is kostbaar voor de Heer. Wie de Heer Jezus niet aanbidt kan de Vader niet aanbidden.
Lees Mattheüs 26:6-16.
Groetjes,
<>< Pieter.

woensdag 24 november 2010

Rechtvaardige rechtspraak.

En dezen zullen gaan in de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven. Mattheüs hfdst.25 vers 46
Abraham sprak zo: "Zou de Rechter van de ganse aarde geen recht doen?"(Gen.18:25) toen hij bij de Here pleitte voor de rechtvaardigen, dat zijn gelovigen, in Sodom en de andere steden. Kon hij dat zomaar? Ja, want Abraham wist wie de Here is: de rechtvaardige Rechter. Zijn oordelen zijn rechtvaardig, omdat die geheel in overeenstemming zijn met Zijn wezen. Dat lezen we ook hier in het gebeuren met de schapen en de bokken. In Zijn rechtvaardigheid oordeelt Hij over de schapen en de bokken. Hoort u Zijn stem: Komt, gij gezegenden van Mijn Vader! Dat wil Hij ook graag tegen u zeggen, eenmaal u Hem als Heiland en Heer van uw leven hebt aanvaard. We lezen hier ook dat het evangelie is een zeer evenwichtige boodschap. Mensen zijn echter vaak eenzijdig. Wij spreken over behoudenis door geloof alleen en niet door werken. Dat is terecht; het duidelijke getuigenis van Gods Woord is dat een mens nooit door eigen werken gerechtvaardigd kan worden. Geloof en goede werken sluiten elkaar echter niet uit, als we ze maar in de goede volgorde laten staan: wij worden niet behouden omdat wij goede werken gedaan hebben, maar wel opdat wij ze zouden doen! Onze goede werken zijn het bewijs dat wij uit God geboren zijn.
Lees Mattheüs 25:31-46.
Groetjes,
<>< Pieter.

dinsdag 23 november 2010

geven, hebben, krijgen.

Want aan ieder die heeft, zal worden gegeven en hij zal overvloedig hebben; Mattheüs hfdst.25 vers 29.
Een van de belangrijke principes van het koninkrijk der hemelen is dat van de vermenigvuldiging. De zaaier gaat uit en het zaad vermeerdert zich tot honderdvoudige vrucht. De talenten worden gebruikt en brengen veelvoudige winst. Hoe werkt dat principe eigenlijk in ons leven? Zijn we in de afgelopen tijd dichter bij de Heer Jezus gekomen en is er vrucht gegroeid in ons leven? Sinds we tot geloof kwamen is er misschien al een hele tijd verstreken, is er dan ook geestelijke winst geboekt? Als dat niet het geval is, wijst de Heer hier een belangrijke wortel aan: geestelijke luiheid. Echte discipelen kennen hun rijkdommen en woekeren er ijverig mee. Ook dit: ‘Hebben’ is vandaag de dag veel belangrijker dan ‘zijn’. Mensen sloven zich dag en nacht uit om iets te ‘hebben’. In onze westerse wereld hebben we heel veel! Dit gedeelte gaat echter niet over materieel bezit. Het ‘hebben’ slaat hier op wat God ons in Zijn genade aangeboden heeft: eeuwig leven door het geloof in Zijn Zoon, Jezus Christus. Hij heeft ons dat bekendgemaakt door het evangelie. Als u die boodschap hebt gehoord, verwacht God dat u er ook iets mee gaat doen! Weten volstaat niet: grijp het eeuwige leven !(1 Tim. 6:12), voor het te laat is!
Lees Mattheüs 25:14-30.
Groetjes,
<>< Pieter.

vrijdag 19 november 2010

En wat om middernacht?

Maar te middernacht klonk een geroep: Zie, de bruidegom! Gaat uit, hem tegemoet! Mattheüs hfdst.25 vers 6.
Deze middernacht komt alsmaar dichter en het keerpunt in deze welbekende gelijkenis van de tien maagden is een geroep in het duister. Er wordt heel wat geroepen (of zelfs geschreeuwd) in deze wereld, meestal om de aandacht op zichzelf te vestigen. Degene die hier roept, blijft echter anoniem. Hij vestigt slechts de aandacht op degene die eraan komt, de bruidegom. Zou er niet een keerpunt kunnen komen in het leven van veel mensen als wij een duidelijk geluid gaven over onze Bruidegom? En dan, precies zoals hier, niet alleen over Zijn komst, maar over Zijn Persoon, over Hemzelf, De Bruidegom! Jezus die mijn ziel bemint! Dat hoort het getuigenis van een christen te zijn: zélf op de achtergrond blijven en Hém op de voorgrond plaatsen. Het christendom is goed begonnen: mensen bekeerden zich van de afgoden om de levende en waarachtige God te dienen en uit de hemelen Zijn Zoon te verwachten! (1 Thess. 1:9,10). Helaas ebde die verwachting al spoedig weg. Er bleef van het dienen van God vaak weinig over. Dikwijls was er zelfs geen sprake meer van echte bekering. Een oppervlakkig christendom was wat overbleef. Vandaag is die toestand niet beter. Toch wil de Geest van God u en mij wakker schudden om weer te gaan leven in de verwachting
van de wederkomst van Jezus Christus!
Lees Mattheüs 25:1-13.
Groetjes,
<>< Pieter

dinsdag 16 november 2010

Bidden.

Bidt onophoudelijk. 1Thessalonikers hfdst.5 vers 17.
Eenvoudig duidelijk en toch soms zo moeilijk. Is er een dag in een christen leven waarin we Hem niet nodig hebben? Misschien niet dat u moet bidden dat uw vlucht voor uw vervolgers niet in de winter of op de sabbat valt. Er zijn heel wat grotere en kleinere verdrukkingen in het leven van Gods kinderen. En altijd zal de Heer dan een gebed in het hart van de Zijnen leggen – met de uitdrukkelijke bedoeling om door de verhoring daarvan Zijn nabijheid en Zijn liefde aan ons te laten merken. Dan stijgt de lofprijs op in een hart dat beroerd is door Hem Zelf. De gelovigen in de zwaarste verdrukking die straks aan Christus’ komst voorafgaat, zullen dat ervaren; en voor ons is Hij Dezelfde! ‘Zie, Ik heb het u voorzegd.’ Deze woorden van de Heer Jezus hebben in dit gedeelte van Mattheüs 24 vooral betrekking op de vervolgingen die het volk Israël, en met name de gelovige getrouwen onder dit volk, zullen meemaken. We mogen dit woord van de Heer zelf echter toepassen op alles wat Hij heeft gezegd en voorzegd. De Heer heeft ons in Zijn Woord zoveel beloften gegeven, dat je er stil van wordt als je ze leest. Soms vraag je je af: kan dat allemaal? Vergeving van zonden ontvangen, behouden worden van het oordeel, eeuwig leven ontvangen, een Heer hebben die altijd voor je zorgt; eens met Hem regeren? Ja, dat alles kan! Want Hij heeft het gezegd.
Lees Mattheüs 24:15-28.
Groetjes,
<>< Pieter

zondag 14 november 2010

Waarachtig zijn

Wee u echter, schriftgeleerden en farizeeen, huichelaars, want u sluit het koninkrijk der hemelen voor de mensen; want uzelf gaat niet naar binnen, en hun die willen binnengaan, laat u niet toe binnen te komen. Mattheüs hfdst.23 vers 13.
Het zal je maar gezegd worden, anderen verhinderen om het koninkrijk der hemelen buinnen te gaan! Kunnen wij iets met zo'n uitspraak aanvangen? Ik denk het wel. We dienen ons af te vragen, of wij anderen niet op één of andere manier in de weg staan om ‘binnen te kunnen gaan’. In de weg staan om zich te bekeren, door ons gedrag misschien? In de weg staan om God de eer te geven door onze houding en onze woordenschat? Dat dit van u en mij nooit gezegd mag worden! Geen echte bemoediging denkt u wellicht. Dat is ook te begrijpen. Maar in dit hoofdstuk komt het ‘Wee u’ wel achtmaal voor en het woord huichelaars zevenmaal. Dat is wel iets om over na te denken. Nu moeten wij ook niet denken: Tja, wij zijn toch geen Farizeeën. Want is dat wel zo? De Heer Jezus noemt hen huichelaars, omdat ze wel vroom praten, maar het niet zijn. Dit grote gevaar kunnen ook christenen lopen. Wel vroom praten, maar je gedragen als een ongelovige. Dan kunnen ook de mensen ons terecht een huichelaar noemen. Daarmee schaden wij het getuigenis van onze Heer. Laten we leven naar wat we belijden.
Lees Mattheüs 23:13-22.
Groetjes,
<>< Pieter.

maandag 8 november 2010

Licht en lichten.

Want de God die gezegd heeft: ’Uit duisternis zal licht schijnen’, Die heeft geschenen in onze harten tot de lichtglans van de kennis van de heerlijkheid van God in het aangezicht van Jezus Christus. 2 Korinthiërs hfdst. 4 vers 6.
Merkwaardig! Onze bekering vergeleken met de schepping. Zoals de aarde vroeger woest en ledig was en gehuld was in een diepe duisternis, zo waren ook wij dat. Maar toen greep God in. Met een enkel gebod ‘Er zij licht’, brak het licht in de schepping door. Zo, lezen we hier, traden ook de lichtstralen van het evangelie onze harten binnen, om daar tot een nimmer dovende lichtbron te worden. En zoals wij vroeger duisternis waren en nu ‘lichten’ geworden zijn, zo mogen wij lichtbronnen zijn die de heerlijkheid van God ook zelf in deze wereld uitstralen. Zo’n lamp zet je toch niet in de kast, maar op de kast! Paulus had zijn taak als apostel niet zelf uitgezocht. Als dat zo was, had hij zichzelf de nodige verwijten kunnen maken, want velen stonden erg wantrouwig tegenover hem en trokken zijn apostelschap zelfs openlijk in twijfel. De reden dat Paulus de moed niet verloor, was dat hij wist hoeveel barmhartigheid God hem bewezen had door hem apostel te maken. Hij zag dan ook als geen ander de noodzaak om niet zichzelf te prediken, maar Christus Jezus als Heer en zichzelf als dienaar om Jezus’ wil. Uiteindelijk ging het Paulus alleen om Jezus. Paulus’ evangelie was het evangelie van de heerlijkheid van Christus. Wat kunnen wij veel leren van deze onvermoeibare prediker, die zichzelf wegcijferde in de dienst van Hem die hem had aangesteld.
Lees 2 Korinthiërs 4:1-6.
Groetjes,
<>< Pieter.

vrijdag 5 november 2010

De Meester en de volgelingen

want een is uw Meester, en u bent allen broeders. Mattheüs hfdst.23 vers 8.
Een duidelijk woord van de Heer Jezus, ook weer naar ons toe: ‘Eén is uw Meester.’ Dat zou vandaag over onze hoofden heen kunnen klinken. Beamen we Hem als onze ene meester? Natuurlijk, en van harte. Maar dat heeft uiteraard zijn gevolgen. Hij heeft het dan echt voor het zeggen in ons leven! Dan is Hij onze Meester! Alleen Zijn voorbeeld telt, alleen Zijn Woord is het ware. En erkennen we elkaar ook als broeders. Ook die broe(de)r, of zus(ter) die u onjuist behandeld heeft? ‘Vergeeft elkander gelijk ook de Heee u vergeven heeft…’ Deze woorden spreekt de Heer Jezus niet uit om werknemers op te zetten tegen hun werkgever. Integendeel, de Bijbel spreekt op meerdere plaatsen duidelijk uit dat knechten hun meesters dienen te gehoorzamen. De Heer Jezus spreekt hier over bepaalde mensen die zichzelf graag ‘Rabbi’ – meester – laten noemen. Dat is fout. We moeten geen meesters willen zijn, maar dienstknechten van dé Meester en zo ook elkaar dienen. Als de Heer Jezus in Bethanië komt, zegt Martha tegen Maria: ‘De Meester is daar en Hij roept je.’ Maria staat dan direct op. Zó moet onze houding zijn: Hij is onze Meester en wij zijn gehoorzame volgelingen.
Lees Mattheüs 23:1-12.
Groetjes,
<>< Pieter.

woensdag 3 november 2010

het juiste onderzoek

Jezus nu antwoordde en zei tot hen: U dwaalt, daar u de Schriften niet kent, noch de kracht van God. Mattheüs hfdst.22 vers 29.
De Heer Jezus is ook hier 'to the point' in zijn antwoord op dit soort vragen van zijn tegenstanders en van de ‘gezonde leer’. Hij gaat niet in discussie. Hij toont ze wat hun échte probleem is, nl.: ‘U kent de Schriften niet.’ Hij antwoordt hun met een ‘Er staat geschreven…’ Zo moeten wij hen ook tegemoet treden. Maar kennen wij de Schriften? Zeggen wij niet vaak (zonder blikken of blozen): ‘Ik ben niet zo goed thuis in de Bijbel…’ Is dat eigenlijk niet een schande! Trouw het Woord van God lezen, onderzoeken, ernaar luisteren en ernaar handelen, dat is de normale omgang met de Schriften voor een christen. In dit gedeelte wordt de Heer Jezus opnieuw een strikvraag gesteld, ditmaal over de opstanding. Mattheüs vertelt er meteen bij dat de vraagstellers zelf helemaal niet in een opstanding geloven. Jezus gaat dan ook niet met hen redetwisten, maar verwijst hen naar ‘hun eigen’ Schriften, die ze in dit opzicht, uit ongeloof, bewust negeerden. God bleef Zichzelf in de Schriften namelijk de God van Abraham, de God van Izaak en de God van Jakob noemen, ook nadat deze mannen al lang gestorven waren. Hij bleef hun God, want Hij, de levende God, is niet een God van doden, maar van levenden. Daarom is Hij ook in staat mensen uit de graven te laten opstaan. Alle reden om daarover versteld te staan!
Mattheüs 22:23-33

donderdag 28 oktober 2010

JOHANNES 3:16 Een tekst die veel groots laat zien:

JOHANNES 3:16

Alzo - de grootste mate
lief - de grootste toewijding
heeft God - de grootste Persoon
de wereld gehad - de grootste uitgebreidheid
dat Hij - de grootste Gever
Zijn eniggeboren - de grootste exclusiviteit
Zoon - het grootste geschenk
gegeven heeft - de grootste daad
opdat een ieder - de grootste reikwijdte
die in Hem - de grootste Helper
gelooft - de grootste eenvoud
niet verloren ga - de grootste bewaring
maar - de grootste tegenstelling
eeuwig - de grootste tijdsduur
leven - het grootste bezit
hebbe - de grootste zekerheid

Sidney Wilson

dinsdag 26 oktober 2010

De uitnodiging

Opnieuw zond hij andere slaven uit en zei: Zegt aan de genodigden: Zie, mijn middagmaal heb ik gereedgemaakt, mijn ossen en mijn gemeste beesten zijn geslacht en alles is gereed; komt tot de bruiloft. Mattheüs hfdst.22 vers 4.
Jezus Christus heeft Zijn werk volbracht. Iedere zondaar (ieder mens) kan nu rust vinden aan de voet van het kruis. We verkondigen nog steeds dezelfde uitnodiging, Gods knechten mogen uitgaan met dit genadeaanbod. Nadat de officieel genodigden het aanbod afgeslagen hebben, werd het aan allen aan de kruispunten van de wegen gericht. Van alle kanten komen de gasten naar de bruiloft. Maar helaas is er ook één zonder bruiloftskleren. Er zijn naam-christenen (die zichzelf christen noemen) die Christus niet ‘aangedaan’ hebben. Zij die van harte in Christus’ volbrachte werk geloven en niet alleen een toehoorder te zijn, zijn bekleed met de klederen van de Redding. In deze gelijkenis is ook sprake van mensen die uitgenodigd waren tot de bruiloft, maar die niet wilden komen. Het hier wel in de eerste plaats om de kansen die God in het verleden aan het volk Israël gaf. Toch kunnen we ook een toepassing maken op onze tijd. Nog elke dag wordt het evangelie gepredikt en klinkt dezelfde uitnodiging: Komt tot de bruiloft. En de redenen die de mensen aanvoeren om niet te komen, zijn nog steeds dezelfde: geen interesse, geen tijd, te druk. Maar het feest moet doorgaan. De bruiloftszaal moet vol worden. Wie niet komt, zal geoordeeld worden. Wie wél komt en de kledij der gerechtigheid aanvaardt zal de bruiloft meemaken, en delen in de vreugde van de Koning en van Zijn Zoon.
Lees Mattheüs 22:1-14.
Groetjes,
<>< Pieter.

maandag 25 oktober 2010

Achteloos verworpen.

Jezus zei tot hen: Hebt u nooit gelezen in de Schriften: ’De steen die de bouwlieden hebben verworpen, die is geworden tot een hoeksteen; van de Heer is dit gebeurd en het is wonderlijk in onze ogen’? Mattheüs hfdst.21 vers 42.
Deze gelijkenis waarin de Heer tot de overpriesters en oudsten spreekt, klinkt hun meer dan bekend. Israël is immers die wijngaard. God had al zo vaak tot hun harten gesproken door de profeten, maar de vrucht was uitgebleven. God zond tenslotte Zijn Zoon en die was nu zelf onder hen. Maar ook Hij zou gedood worden. Israël zou Hem achteloos verwerpen. Hoe triest is dit resultaat van al Gods zorg! In de toekomst zal Hij echter, die nu voor de huisgenoten van God de Hoeksteen is, ook voor de overgebleven gelovigen in Israël de Hoeksteen zijn. De priesters en de Farizeeën begrepen maar al te goed dat de Heer Jezus de gelijkenis van de onrechtvaardige pachters met het oog op hen had uitgesproken. In het boek Jesaja, in hoofdstuk 5, komt de wijngaard immers al voor als een beeld van het volk Israël, waarvan de Heer tevergeefs vrucht verwachtte. Hoeveel profeten waren inmiddels het volk en zijn leiders komen waarschuwen? Zonder resultaat, helaas! Ten slotte zond God Zijn Zoon, van Wie Hij terecht mocht verwachten dat zij Hem zouden ontzien. De Heer Jezus laat hier zien dat Hij er feilloos van op de hoogte was dat men Hem zou doden. Hij zou die door de bouwlieden afgekeurde steen zijn, die door God tot een hoeksteen zou gemaakt worden.
Lees Mattheüs 21:33-46.
Groetjes,
<>< Pieter.

vrijdag 22 oktober 2010

Meer dan een grote kuis.

En Hij zei tot hen: Er staat geschreven:’ Mijn huis zal een huis van gebed worden genoemd’; u maakt er echter een rovershol van. Mattheüs hfdst.21 vers 13.
De tempel, de plaats waar de Here Zijn naam deed wonen, was nu een handelscentrum voor allerlei kooplieden. De Heer Jezus verdrijft hen die hieraan deel hebben uit de tempel. Dit was de plaats waar God door middel van brand- en slachtoffers geëerd wilde worden. Ook die offers waren op zichzelf niet voldoende. Bij de Heer Jezus gaat het om wat er in het hart leeft. Hij verwacht dat wij zoals Hem alleen het hoogste genoegen vinden in het kennen van God en Zijn Liefde. Geen godsverering voor de uiterlijke vorm, laat staan openlijke ontheiliging van Zijn naam. Als de Heer Jezus Jeruzalem is binnengegaan, gaat Hij eerst en voor alles naar de tempel. Daar toont Hij het gezag dat Hij heeft. Allen die het huis van God tot een plaats van koophandel hadden gemaakt weten onmiddellijk waar ze verder kunnen met hun roverspraktijken. Niemand houdt Hem daarin tegen. Wanneer dat is gebeurd, is er weer ruimte voor de Heer om te werken. De tempel kan weer gebruikt worden als een plaats waar mensen met alles bij Hem terecht kunnen. In een mensenleven kan dat ook zo gaan. Als er in ons leven dingen zijn die niet goed zijn, moeten we die eerst weg doen. Dan is er ruimte voor de Heer om in ons leven dingen te bewerken die anderen tot lofprijzing aan God zullen brengen.
Lees Mattheüs 21:12-17.
Groetjes,
<>< Pieter

donderdag 21 oktober 2010

Ken jij ook die Koning?

De menigten nu die voor Hem uitgingen en zij die volgden, riepen de woorden: Hosanna voor de Zoon van David! Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer! Hosanna in de hoogste hemelen! Mattheüs hfdst.21 vers 9.
Wist dit volk werkelijk wel met Wie ze te doen hadden? Ze dachten hub Koning binnen te halen om uiteindelijk van de Romeinse onderdrukking bevrijd te worden. Ze hadden graag een koning gewild die met openlijk machtsvertoon de Romeinse bezetter zou verdrijven. Maar hadden ze – en dat geldt ook zo voor ons – Hem wel als Koning over hun leven aangenomen en Hem in hun hart toegelaten? Als wij Hem als Koning laten heersen in onze harten kunnen we ons leven in dienst van Hem stellen. De Heer Jezus staat op het punt voor de laatste keer Jeruzalem binnen te trekken. Hij wist wat er daar met Hem zou gebeuren. Toch wil Hij Zichzelf als het ware nog éénmaal aan het volk voorstellen als de Messias. Door op een ezelin de stad binnen te gaan, vervult Hij wat de profeet Zacharia over de Messias had gezegd. Zo kwam Hij als Koning, niet in macht en majesteit, maar zachtmoedig. Van alle kanten wordt Hij toegejuicht. Helaas is het slechts voor een moment. Enkele dagen later zal ditzelfde volk roepen: ‘Weg met Hem.’ Zo gaat dat met de volksgunst. In onze harten moet het helemaal anders zijn.
Lees Mattheüs 21:1-11.
Groetjes,
<>< Pieter.

dinsdag 19 oktober 2010

En wat met het kwaad?

Zacharia 5-6
Het kwaad wordt veroordeeld (5:1-4).
De boekrol was ongeveer 9 meter lang en 4,5 meter breed, dus gemakkelijk te zien en te lezen. God veroordeelde de dieven en de leugenaars (de satan is allebei; Jh8:44). Deze zonden zijn overtredingen van het derde en het achtste gebod, en worden nog steeds veroordeeld door God (Ef4;25-28). Het kwaad wordt opgesloten (5:5-11). In de eindtijd zal er een concentratie van kwaad zijn in Babel, de laatste manifestatie van het goddeloze wereldsysteem (Op17-18). Het Hebreeuwse woord voor kwaad is vrouwelijk, hetgeen verklaart waarom er een vrouw werd gebruikt ter illustratie.
Het kwaad wordt onder controle gebracht (6:1-8).
Het visioen heeft een parallel in Zacharia 1:7-11 en herinnert ons eraan dat Gods dienende engelen toezicht houden over de hele aarde. Juda werd vaak binnengevallen vanuit het noorden, maar God bracht die volken tot rust, zodat het overblijfsel de tempel kon bouwen.
Het kwaad wordt overwonnen (6:9-15).
Drie Joden kwamen uit Babel naar Jeruzalem met goud en zilver voor de tempel, maar God droeg Zacharia op om er een kroon van te maken en die op Jozua’s hoofd te zetten, en hem te maken tot koning-priester! Geen enkele Joodse priester had ooit als koning geregeerd, en geen enkele koning was het toegestaan om dienst te doen als priester (2Kr26:16-21). Dit alles was symbolisch voor de komende Messias, de Koning-Priester (Ps110:4; Hb7:1-3), die vanuit de toekomstige heerlijke tempel (Ez40vv.) zou regeren. Zoals de drie mannen gaven brachten van ver weg, zo zouden de heidenen gaven brengen om de toekomstige tempel te helpen bouwen (Js60:4-7). Terwijl Haggaï de mensen bemoedigde bij hun dagelijks werk, spoorde Zacharia hen aan om ‘in de toekomende tijd’ te leven en te werken, omdat ze deel uitmaakten van Gods schitterende toekomst. ‘Een gelukkige hoop’ is een sterke motivatie voor dienst en trouw (Tt2:11-15).
Uit 'Elk hoofdstuk apart' van Warren W. Wiersbe.

maandag 18 oktober 2010

Geopende ogen

Zij zeiden tot Hem: Heer, dat onze ogen geopend worden. Mattheüs hfdst.20 vers 33.
Beseffen dat je geestelijk blind bent is de eerste stap om de geestelijke ogen geopend te worden. Satan heeft de wereld met blindheid geslagen, zodat het evangelie bedekt is voor hen die verloren gaan (2 Kor. 4:3-4). Er is er maar Eén die van deze blindheid kan genezen: Jezus, Zoon van David. Ga daarom tot Hem, roep Hem aan, want Hij heeft de macht ziende te maken. Hij heeft ‘ogenzalf om uw ogen te zalven opdat u kijken kunt’ (Openb. 3:18). Daarvoor moet u wel eerst naar Hem toe gaan en zoals die twee blinden roepen: ‘Heb medelijden met ons, Here…’ Wanneer er in de nood een beroep op de Here wordt gedaan, dan staat Hij stil. Als je blind bent, ben je er hopeloos aan toe. Als er dan aan je gevraagd wordt wat je graag zou willen, hoef je niet lang na te denken: ziende worden, dat spreekt vanzelf. Zo ging het deze twee blinden. Zo is het met velen gegaan in de loop der tijden. De mens is blind voor de ellendige zondige situatie waarin hij verkeert. Wie zich dat bewust wordt, doet niet tevergeefs een beroep op de Heer Jezus. Zijn ontferming brengt de blinden genezing. Wie zullen ze het eerst gezien hebben? Hém natuurlijk! En daarna ‘volgden zij Hem’.
Lees Mattheüs 20:29-34.
Groetjes,
<>< Pieter.

vrijdag 15 oktober 2010

Wegwijzers naar de hemel

Roadsigns to Heaven
1. You are a sinner.

God has created us to go one way and we have gone another. It started right with Adam in the garden and has continued to us today. To get to heaven you must believe that you have sinned. Romans 3:23 says that “all have sinned and fall short of the glory of God.”

2. Our sin has a price to pay.

Heaven is a holy place. Sin will not get in. No one, on their own merits, is ready for heaven. Romans 6:23 reads “For the wages of sin is death, but the gift of God is eternal life in Christ Jesus our Lord.” You must believe that you owe God a debt.


3. Christ paid that price. The price is death. Jesus died for you. It’s as direct as that. Romans 5:8 tells us that God showed us His love for us “in that while we were still sinners, Christ died for us.” There is an exit sign on the road to destruction; it is Christ’s payment for your sins on the cross.

4. You must trust Him.

The Bible says that you receive His gift of eternal life when you trust in Him. Romans 10:9 says, “If you confess with your mouth the Lord Jesus and believe in your heart that God has raised Him from the dead, you will be saved.” Notice in this verse that confessing is not just with your mouth (saying some magic words in a prayer). If you will truly forsake all other loves and trust in what He did for you at Calvary, you will be saved. Yield your allegiance to Him.

This is the road to heaven according to the promises of a God who never lies. You have been given directions to a wonderful place. I hope to see you there one day.

Gevonden bij Maple Grove Bible Church

woensdag 13 oktober 2010

Het huwelijk is van God

Hij zei tot hen: Mozes heeft om de hardheid van uw harten u toegestaan uw vrouwen te verstoten; van het begin af is het echter niet zo geweest. Mattheüs hfdst.19 vers 8
De Farizeeërs komen nog maar eens bij de Heer Jezus om Hem met hun sluwe vragen te verzoeken. ‘Is het een man geoorloofd zijn vrouw te verstoten om iedere reden?' Zo kijken de ongelovigen ook vaak tegen het christendom aan: alleen maar dingen dienniet mogen. Maar zij die de Heer Jezus als hun Heer en Heiland kennen, doen maar al te graag wat de Schrift zegt, zoals vers 4b-5 ons vertelt – niet omdat het ‘moet’, maar omdat ze God liefhebben. Net als de Heer Jezus Zelf. Hij vroeg nooit: ‘Is het geoorloofd…?’ Hij kende de Bijbel, wist wat God van Hem vroeg en wilde dat graag doen: ‘Zie, Ik kom om uw wil te doen, o God…’ De Heer Jezus geeft hier uitleg over het huwelijk. Onomstotelijk toont Hij aan, dat de oorsprong van het huwelijk bij God ligt. Het is geen menselijk idee, maar een instelling van God Zelf. Hij heeft het huwelijk ingesteld als een onverbrekelijke band tussen man en vrouw. ‘Daarom zal een man vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot één vlees zijn.’ Dit toont aan dat er met het huwelijk een nieuwe eenheid is ontstaan, die des te hechter is als God de derde partij daarin mag zijn. Tegelijkertijd laat de Heer hier zien, dat een man en vrouw die door het huwelijk aan elkaar verbonden zijn, niet behoren te scheiden.
Lees Mattheüs 19:1-12.
Groetjes,
<>< Pieter.

zaterdag 9 oktober 2010

Hij is Heer van het evangelie

en de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gericht. Hij nu begon tot hen te zeggen: Heden is dit Schriftwoord in uw oren vervuld. Lukas hfdst.4 vers 21.
De toestand vandaag niet verschillend van die in de dagen van de Heer Jezus. Ook nu zitten mensen gevangen, verslaafd aan zonde en gebonden door schuld; ook nu zijn velen geestelijk blind en voelen velen zich verbroken, te midden van de puinhoop van hun leven, in een maatschappij die op alles gericht is wat niet van God is. Dan hoor je die bevrijdende woorden: ‘De Heer heeft Mij gezonden om het aangename jaar van de Heer aan te kondigen!’ Echt ‘evangelie’, d.w.z. een blijde boodschap! Hebt u, die dit leest, al vol verwachting uw ogen op Jezus Christus gericht? Hij kent de nood van uw hart, en Hij verlangt ernaar u te mogen bevrijden. Kom tot de Heiland, Hij wacht op u! Als Jezus in Nazareth terugkomt, is de roem Hem al vooruitgesneld. Hij kan daar echter niet veel doen, want ze denken Hem te kennen. Toch maakt Hij hun bekend Wie Hij is en daarmee steekt Hij als het ware Zijn hand uit naar Zijn dorpsgenoten en daarmee ook naar ons. Maar: Hij praat ze niet naar de mond en Hij kent hun harten en gedachten. Eigenlijk is Hij bedroefd over hun ongeloof, maar ze moeten ontdekken wie ze zelf zijn. En terwijl Hij niet over de toorn des Heren leest (Hij stopt midden in de zin), worden zij wel toornig. Ze zijn echter niet in staat hun voornemen uit te voeren; opnieuw bewijst dat Wie Hij is. Hij is Heer!
Lees Lukas 4:14-30
Groetjes,
<>< Pieter.

vrijdag 8 oktober 2010

Jezus in ons midden

Want waar twee of drie vergaderd zijn in mijn naam, daar ben Ik in hun midden. Mattheüs hfdst.18 vers 20.
Als kinderen van God zijn we familie van elkaar. Psalm 133 zegt: ‘Ziet hoe goed en hoe liefelijk is het dat broeders ook samenwonen, want de HEERE gebiedt aldaar de zegen [en] het leven tot in der eeuwigheid.’ Een geweldige belofte die alleen van God zelf kan komen! En ja, amen, de aanwezigheid van de Heer Jezus geeft steeds weer opnieuw vreugde en vrede temidden van Gods kinderen. Zijn persoonlijke aanwezigheid is het hoogste. Dit gaat boven alle andere zegeningen uit. En geloof maar gerust dat het voor Hem ook een vreugde is, te zijn te midden van Zijn verlosten. Het is overduidelijk dat de Heer Jezus de ‘mens die honderd schapen had’ als illustratie gebruikt voor het handelen van de Vader, die in de hemelen is. God zocht de mens op, direct na de eerste zonde. ‘Adam, waar ben je?’ klonk het in de Hof van Eden. En van dat moment tot nu toe is Hij daarmee doorgegaan. Ook vandaag dus. God is op zoek naar verloren mensen om hen te verlossen. God is ook op zoek naar verloste mensen die aanbidders geworden zijn. Mensen die in de Gemeente samenkomen om Hem de eer te geven die Hem toekomt. Daarom zegt de Heer Jezus: ‘Want waar twee of drie vergaderd zijn in Mijn naam, daar ben Ik in hun midden.’ Is dat niet geweldig?! God wil wonen bij mensen, bij u en mij.
Lees Mattheüs 18:12-20.
Groetjes,
<>< Pieter.

woensdag 6 oktober 2010

3 wonderlijke geschenken.

Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie mijn woord hoort en gelooft Hem die Mij heeft gezonden, die heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, maar is uit de dood overgegaan in het leven. Johannes hfdst.5 vers 24.
Wie in deze tijd van genade de stem van de Zoon van God hoort in het evangelie dat gepredikt wordt, en gelooft, ontvangt hier op aarde reeds drie eigenlijk onbeschrijflijke dingen: eeuwig leven, komt niet in het oordeel; is van de toestand van eeuwige dood (eeuwig van God gescheiden leven) overgegaan in die van Goddelijk leven. Dat leven zal in zijn volheid in de toekomst gezien en ervaren worden, maar een gelovige heeft dat leven nu al, want wie in de Zoon gelooft, die heeft eeuwig leven. De Heer Jezus heeft zojuist gesteld dat God de Vader het gehele oordeel aan Hem heeft overgegeven. Daarom is het heel belangrijk om van Hem te horen wie het eeuwige leven ontvangt. De Heer Jezus bepaalt namelijk wie eeuwig leven ontvangt en wie niet. Hij laat duidelijk zien hoe Hij oordeelt. Wie naar Zijn stem zal horen, zal leven. Diegene die het kwade bedreven hebben, die niet naar Zijn stem hebben gehoord, zullen in het oordeel komen. Wat is het dus belangrijk om naar Zijn stem te horen, Hem te geloven en Hem te gehoorzamen. Wie dat doet, mag zeker zijn van zijn behoudenis. Hij heeft eeuwig leven en komt ook niet in het oordeel. Deze uitspraak van de Heer Jezus laat aan duidelijkheid niets te wensen over.
Lees Johannes 5:19-29.
Groetjes,
<>< Pieter.

maandag 4 oktober 2010

zoals kinderen

en (Jezus) zei: Voorwaar, Ik zeg u: als u niet verandert en wordt als de kinderen, zult u het koninkrijk der hemelen geenszins binnengaan. Mattheüs hfdst.18 vers 3.
We willen toch zo graag groot en voornaam zijn. We kunnen de vraag van de discipelen heel goed begrijpen. Het liefst zouden we een stuk boven de ander uitsteken. Maar deze gezindheid past in het geheel niet bij iemand die wedergeboren is. We kunnen zelfs niet eens ingaan in het Koninkrijk van de hemelen als we niet als kinderen ingaan. Wedergeboorte bewerkt nieuw leven, waarvan de kenmerken zijn: nederigheid, kleinheid en afhankelijkheid, net als bij een baby. God wil graag dat we als kinderen in afhankelijkheid onze hand naar Hem uitstrekken. ‘Want de Zoon des mensen is gekomen om het verlorene te behouden.’Dat is het doel van de komst van de Heer Jezus naar deze aarde. Hij, de Zoon van God, wilde Mens worden om mensen te kunnen behouden. Wij zijn gemaakt naar Gods beeld en gelijkenis. Maar daarvan was na de zondeval niet veel meer te zien. God had er echter Zijn eigen Zoon voor over om zondige mensen, die niets met Hem te maken willen hebben, te kunnen redden. Daarvoor moest Hij komen. Daarvoor moest Hij ons – u en mij – opzoeken. Het is niet Gods wil dat wij verloren gaan, maar wel dat wij gered worden. En wat wij daarvoor moeten doen? Geloof in de Heer Jezus. Geloof dat Hij voor uw zonden de losprijs betaald heeft op het kruis van Golgota. En dank Hem, loof Hem en prijs Hem.
Lees Mattheüs 18:1-11
Groetjes,
<>< Pieter.

vrijdag 1 oktober 2010

Kerstmis zonder vrees

een stem uit de wolk, die zei: Deze is mijn geliefde Zoon, in Wie Ik welbehagen gevonden heb, hoort Hem. Mattheüs hfdst.17 vers 5b.
Als Petrus op de berg onnadenkend de Heer Jezus op één lijn stelt met Mozes en Elia, grijpt de Vader in en roept: ‘Deze is Mijn geliefde Zoon, in wie Ik welbehagen gevonden heb.’ Wat moet het voor de Vader een geweldige beslissing zijn geweest om Zijn Zoon naar de aarde te zenden! Wij zullen daar deze winter weer in het bijzonder aan denken. Maar Hij deed het voor u en voor mij, omdat Hij in mensen een welbehagen heeft. Ondanks het feit, dat wij tegen Hem gezondigd en Hem onteerd hebben. Als we daar goed over nadenken, zullen we de lofrpijs aan God deze week op een nieuwe wijze meezingen. Als we vandaag de dag de kranten lezen en de nieuwsberichten volgen, dan is er alle reden bevreesd te zijn. De wereld wordt bedreigd door grote natuurrampen, oorlogen, hongersnoden en dodelijke ziekten. Het lijkt wel of de wetenschappers en de politici ook geen oplossing meer weten. Zouden we hier ooit nog heelhuids uitkomen? Waar kunnen we de nodige moed vandaan halen om door te gaan? Wie zijn vertrouwen op de Heer Jezus heeft gesteld, heeft op die beide vragen een positief antwoord. Hoe groot de problemen ook zijn, in de wereld of in ons eigen leven, de Heer Jezus is altijd groter. Elke dag wil Hij bij ons komen en ons aanraken. Waarvoor zouden we dan nog vrezen?
Lees Mattheüs 17:1-13.

donderdag 30 september 2010

De vrede van God

De vrede van God
Als u voor uw redding uw vertrouwen stelt in Jezus Christus, zijn uw zonden vergeven (Ko2:13) en hebt u vrede met God (Rm5:1). Hij zal u nooit om uw zonden in het oordeel brengen (Jh5:24; Rm8:1). U mag ook genieten van ‘de vrede van God’ in uw hart en geest als u bidt (Fp4:6-7) en uw gedachten op Hem richt(Js26:3; Fp4:8-9; Ko3:1vv.). De vrede van God is niet de afwezigheid van problemen, het is de aanwezigheid van Goddelijke toereikendheid te midden van problemen (Js26:4; Fp4:13,19). George Morrison zei: ‘Vrede is het bezit van toereikende hulpbronnen’, en die hulpbronnen komen van de Heer als u hart en geest aan Hem overgeeft.

Warren W. Wiersbe

woensdag 29 september 2010

Adonai, Elohim

Simon Petrus nu antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God. Mattheüs hfdst.16 vers 16.
Wat een belangrijk getuigenis van Petrus! Het is noodzakelijk om te geloven en te belijden dat de Heer Jezus de Heiland is die kwam om zondaren te verlossen, en dat Hij de Heer, Adonai, is, die het in ons leven voor het zeggen heeft. Het is tevens van uitermate groot belang te geloven en te belijden (= zeggen en ernaar leven) dat de Heer Jezus God, Elohim, is, God de Zoon. Wie dat belijdt en Hem als Heiland heeft aangenomen, mag zich een christen noemen. Christenen zijn mensen die iets zien van de heerlijkheid van de Zoon van God. Er is sprake van vergrijzing van de kerkgangers. Steeds minder jonge mensen gaan nog naar de kerk. Wie tegenwoordig op zondagmorgen naar de kerk gaat, lijkt niet meer van deze tijd. Als je dergelijke berichten in de krant leest, bekruipt je soms het gevoel dat de kerk geen toekomst meer heeft. De Heer Jezus bouwt echter nog altijd Zijn Kerk. Ook vandaag wordt het evangelie nog verkondigd. Nog altijd worden verloste zondaars als levende stenen toegevoegd aan de Gemeente van de Zoon van de levende God. En Hij staat er garant voor dat de poorten van het dodenrijk haar niet zullen overweldigen.
Lees Mattheüs 16:13-20.
Groetjes,
<>< Pieter.

maandag 27 september 2010

Wees geen gedroogde vrucht!

Laten wij de belijdenis van de hoop onwankelbaar vasthouden, want Hij die beloofd heeft, is getrouw, Hebreeën hfdst.10 vers 23.
Wij hopen op alles wat God ons in Christus Jezus heeft beloofd! En dat is niet zo’n klein beetje. De geweldige toekomst van onze Heer Jezus Christus hoort daarbij. Het is niet zo eenvoudig om die hoop vast te houden en altijd te blijven hopen. Hoe kunnen we in alle omstandigheden van ons leven volharden in de hoop? Er is maar één antwoord met grote overtuigingskracht: Hij, die beloofd heeft, is getrouw! Laten wij op elkander acht geven’ (vers 24). Gelovige mensen die de Heer Jezus kennen, hebben elkaars steun en aansporing nodig. Als we ons geloof als enkeling beleven, dan 'drogen we uit'. Daarom hebben we er ook niets aan om elkaar af te breken met kritiek. Dat breken we het huis Gods af. Op elkander acht geven is de juiste boodschap. Waarom? Om elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken. De liefde van de Heer Jezus zocht zichzelf niet. Hij offerde Zich volledig op. Hij is ons voorbeeld. Wij zijn in Christus Jezus geschapen tot goede werken laat God ons in de Efezebrief weten. Dus niet om boze werken te doen tot schade van onze naaste en tot oneer van God. Doet de anderen wat je zelf wil dat ze jou doen.
Lees Hebreeën 10:19-25.
Groetjes,
<>< Pieter.

vrijdag 24 september 2010

Genezen!

en Hij genas hen, zodat de menigte zich verwonderde, daar zij zagen dat stommen spraken, verminkten gezond waren, kreupelen liepen en blinden zagen; en zij verheerlijkten de God van Israel. Mattheüs hfdst.15 vers 31.
De Heer Jezus was vermoeid en ging rust zoeken ergens op een berg. Van de mensen kreeg Hij daar echter geen gelegenheid voor. Er waren zoveel zieken, verminkten, kreupelen, blinden. Tot wie konden dezen anders heengaan dan tot Hem, de grote Geneesheer? Ze kwamen dan ook niet beschaamd uit. Allen die aan Zijn voeten gelegd werden genas Hij, met innerlijke ontferming bewogen. Het resultaat was dat ze God verheerlijkten. Vandaag kunnen wij nog steeds naar de Heer gaan, de Heiland der wereld. Weinigen maken daar helaas gebruik van. Brengen wij onze zieken aan de voeten van de Grote Geneesheer? En hoevelen verheerlijken dan God? Doen wij dat wel? ‘Ik heb medelijden met de schare.’ Deze woorden tonen ons iets van het hart van de Heer Jezus. In deze geschiedenis geeft Hij de menigte brood te eten. Het is datzelfde medelijdende hart, dat Hem er later toe heeft gebracht alles voor ons te geven. Omdat Hij medelijden had met ons die verloren waren in onze zonden, was Hij bereid te sterven. Hij nam de zondeschuld op Zich, om ons van die schuld tegenover God te bevrijden. Daarvoor had Hij alles, ja, zelfs Zijn leven over. Omdat Hij zoveel voor ons heeft gedaan, kunnen wij er zeker van zijn dat Hij ons diep en waarachtig liefheeft. Hebben we Hem ook lief?
Lees Mattheüs 15:29-39.
Groetjes,
<>< Pieter.

dinsdag 21 september 2010

Ontnuchterend gesprek

En u hebt zo het woord van God krachteloos gemaakt ter wille van uw overlevering. Mattheüs hfdst.15 vers 6.
In de Evangeliën lezen we heel wat gesprekken van de Heer Jezus met de Farizeeën en schriftgeleerden. Telkens weer hebben deze geestelijke leiders geprobeerd Hem op een woord te vangen; zonder succes natuurlijk. Ook als ze Hem aanspreken op het feit dat de discipelen de overlevering van de ouden overtreden en met ongewassen handen eten, prikt Hij dwars door hun toch zo vroom lijkend gepraat heen. Haarscherp laat Hij zien dat zij de mensen zelfs met godsdienstige argumenten weerhouden om te doen wat God Zelf bevolen had, namelijk hun ouders te eren. Ontnuchterend toch!? De mens kan dus zo vroom zijn, dat hij ingaat tegen het Woord van God. En wie dat doet, onteert God. Op de vraag van de schriftgeleerden gaat de Heer Jezus niet in. Hij antwoordt met een wedervraag, waarmee Hij hun geweten tracht te bereiken en hun ware toestand bloot legt. Een antwoordvraag, waarmee Hij hun volledig de mond sluit. Door hun traditionele overleveringen maken zij het gebod van God krachteloos. Dan herhaalt de Heer Jezus de woorden die Jesaja in zijn tijd tot ditzelfde volk sprak: ‘Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver van Mij.’ Al even ontnuchterend toch!? Het is een grote zonde Gods Woord opzij te zetten ter wille van eigen verzinsels en door de mensen overgeleverde tradities.
Lees Mattheüs 15:1-9.

zondag 19 september 2010

Luisteren, gehoorzamen, gezegend worden.

Toen nu Simon Petrus dit zag, viel hij aan de knieën van Jezus neer en zei: Ga uit van mij, want ik ben een zondig mens, Heer. Lukas hfdst.5 vers 8.
Vanop het schip van Simon leert de Heer Jezus een grote menigte mensen op de oever. Na afloop komt van Jezus de opdracht aan Petrus het net in diepe water uit te gooien. Hij twijfelt, maar gehoorzaamt. Dan komt de geweldige vangst. Simon (later Petrus genoemd) is zo onder de indruk van de almacht van de Meester, dat hij op z’n knieën valt en zegt ‘Ga uit van mij, want ik ben een zondig mens, Heer.’ ‘Wees niet bang,’ zegt Hij tegen Simon en Hij geeft hem totaal ander werk. Petrus wordt een visser van mensen! Een voorbeeld voor ons: met onze zondigheid op de knieën voor Jezus! Dan zullen ook wij ongetwijfeld van Hem een dienst ontvangen in Zijn koninkrijk en tot Zijn eer! De hele nacht was Simon Petrus met zijn deelgenoten druk in de weer geweest. Ze waren ervaren vissers. Maar die afgelopen nacht was teleurstellend geweest: niets gevangen. En nu, overdag, hoefden ze het niet meer te proberen. Juist dan zegt de Heer tegen Simon dat hij toch nog eens de netten uit moet werpen. Het resultaat is op zijn minst verbijsterend te noemen! Zo leert de Heer hem dat elke zegen uiteindelijk van Hem afhankelijk is. Al ons zwoegen baat niets als Hij het niet zegent. Maar als we werken in gehoorzaamheid aan Hem, ervaren ook wij Zijn rijke zegen. Laten we daarom niets in eigen wijsheid doen, maar in afhankelijkheid van Hem.
Lees Lukas 5:1-11.
Groetjes,
<>< Pieter.

zaterdag 18 september 2010

Eten op woeste plaatsen

Jezus echter zei tot hen: Zij hoeven niet weg te gaan; geeft u hun te eten. Mattheüs hfdst.14 vers 16.
Hoe kan men als mens een menigte van zo’n tienduizend mensen voeden met vijf broden en twee vissen? Een onmogelijke opdracht toch!? De discipelen leren hier echter om het kleine beetje dat ze hebben bij Jezus te brengen, die vervolgens in afhankelijkheid van de Vader, daarvan een overvloed aan voedsel maakt. Dat was zeker een wonder. Maar was het niet evenzeer een wonder dat de discipelen deze overvloed mochten uitdelen en zo de opdracht van de Meester uitvoerden? Nog steeds werkt Hij zó. In genade gebruikt Hij Zijn dienstknechten om menigten te voeden. Ongelovigen horen door hen de blijde boodschap over het Brood van het leven, en mogen ervan eten om eeuwig leven te ontvangen. En gelovigen ontvangen uit hun handen geestelijk voedsel.
Een woeste plaats, een menigte van vijfduizend mannen, behalve vrouwen en kinderen. Ze hoefden Hem niet te verlaten om hun honger te stillen. Hij is Dezelfde die Israël 40 jaar in de woestijn gevoed had. Hij zou dit ook hier tonen. Maar eerst krijgen de discipelen te horen: Geeft gìj hun te eten! Zij konden echter slechts beschikken over een heel klein beetje voedsel in de nood van zo’n menigte. Ze konden dan ook alleen uitdelen, wat de Heer Jezus hun ter beschikking stelde. Zo is het nu ook: alles wat nodig is, wordt ons door Hemzelf toevertrouwd.
Lees Mattheüs 14:13-21.
Groetjes,
<>< Pieter.

vrijdag 17 september 2010

Zó kostbaar zijn we

Hebt u dit alles verstaan? Zij zeiden tot Hem: Ja. Mattheüs hfdst.13 vers 51.
Lezen wat Jezus zegt is goed, maar het verstaan is het betere. De schat, die Hij gevonden had en die ene zeer kostbare parel die Hij vond hadden zo’n grote waarde voor Hem, dat Hij alles verkocht, van zich wegdeed, wat Hij had om ze te bezitten. De Heer Jezus laat hiermee zien dat wij zoveel waarde voor Hem bezitten dat Hij voor ons al de heerlijkheid van de hemel wilde prijsgeven: Hij wilde mens worden op aarde. Maar de Heer Jezus ging zelfs nog verder. Hij wilde niet alleen alles geven wat Hij bezat, maar Hij wilde Zichzelf geven. Wat een enorme liefde had onze Heiland! De koopman die mooie parels zoekt, is de Heer Jezus Zelf. De kostbare parel die Hij vindt, is Zijn Kerk. Uit de ‘volkerenzee’ wordt zij bijeenvergaderd, of zoals Jakobus zegt: ‘… hoe God in het eerst erop heeft toegezien uit de volken een volk aan te nemen voor zijn naam.’ (Hand. 15:14). Om Zijn Kerk, Zijn Gemeente, te vinden, moest de Heer Jezus uit de hoogste hemelen neerdalen tot in de diepste diepten. Hij moest arm worden, ‘ging heen en verkocht al wat Hij had, en kocht die’. Evenals God in de toekomst van het berouwvolle Israël kan zeggen ‘omdat gij kostbaar zijt in Mijn ogen en hooggeschat en Ik u liefheb’, kan de Heer Jezus Zijn Gemeente een kostbare parel noemen.
Mattheüs 13:44-52

donderdag 16 september 2010

Even op de link klikken

http://www.chicagobible.org/video-library/why-god-permits-evil/why-god-permits-evil-video/

Om de link te volgen: kopieëren en in je browser adresbalk plakken

woensdag 15 september 2010

Jesus had long hair?

Did Jesus Have Long Hair? Most people assume that Jesus had long hair. After all, that’s the way they’ve always seen Him portrayed in every painting, drawing or movie. That’s the only Jesus they’ve ever seen. But are those depictions accurate? The fact is, we don’t know what Jesus looked like, because the first depictions of Him weren’t done until hundreds of years later. Thus every image we’ve ever seen of Him is based solely on artists’ imaginations. While we don’t know what Jesus looked like, we do know that He didn’t look like the common depictions of Him with long hair. After all, this same Jesus inspired the apostle Paul to write in 1 Corinthians 11:14: “Does not even nature itself teach you that if a man has long hair, it is a dishonor to him?” In addition to this instruction regarding long hair on men, the Bible also contains circumstantial evidence that Jesus didn’t have long hair. Perhaps the most telling is that when Judas betrayed Jesus, he had to identify Jesus by a kiss. That was the prearranged signal Judas had given so that the guards could identify Jesus. Why did Judas have to do that? Because Jesus looked just like any average man of His day, and they wouldn’t have been able to identify Him if Judas hadn’t betrayed Him with a kiss. This incident shows us that Jesus looked like any ordinary, average Jew of His day; there was nothing distinguishing about Him. The messianic prophecy of Isaiah 53:2 (NIV) says of Him: “He had no beauty or majesty to attract us to him, nothing in his appearance that we should desire him.” The Gospels tell us that on at least two occasions Jesus slipped away into the crowds when people were trying to kill Him (Luke 4:30; John 8:59). He was able to escape harm because He was simply an average-looking man of His day and blended in with the other people around Him. A Feb. 24, 2004, Associated Press article reports: “‘Jesus didn’t have long hair,’ said physical anthropologist Joe Zias, who has studied hundreds of skeletons found in archaeological digs in Jerusalem. ‘Jewish men back in antiquity did not have long hair.’ ‘The Jewish texts ridiculed long hair as something Roman or Greek,’ said New York University’s Lawrence Schiffman” (“Jesus Scholars Find Fault in Gibson’s ‘Passion’”). However, it wasn’t at all typical among even the Greeks and Romans, as plenty of statues and coins from the time attest. “Along with extensive writings from the period, experts also point to a frieze on Rome’s Arch of Titus, erected after Jerusalem was captured in AD 70 to celebrate the victory, which shows Jewish men with short hair taken into captivity” (ibid.). Jesus wasn’t the tender, effeminate man with a somewhat angelic appearance as commonly depicted in paintings. He was a carpenter, a builder, a man who knew the construction trade. He knew how to cut down trees and make wooden beams, to haul rocks to build walls, to construct buildings from stone and timber. The Gospels make it clear that He spent a lot of time outdoors. He hung out with fishermen, the kind of characters who would never respect and look up to a weakling. Yet Jesus had 12 disciples who followed Him everywhere He went and who in time died for Him. They knew Him as a real man, not the fabrication we see in so many paintings.
From: Jesus Christ, the real story. Published by the United Church of God, an International Association.

maandag 13 september 2010

de oogst

Laat beide samen opgroeien tot de oogst; en in de oogsttijd zal ik tot de maaiers zeggen: Verzamelt eerst de dolik en bindt het in bossen om het te verbranden, maar brengt de tarwe bijeen in mijn schuur. Mattheüs hfdst.13 vers 30.
Je ziet zo gebeuren wat Jezus vertelt. De vijand komt terwijl de mensen slapen. Dan doet hij zijn vreselijk werk. Waarom mogen de slaven het onkruid nu niet weghalen? Omdat het zoveel op het echtte koren lijkt. De kans op een vergissing is dan veel te groot. Zo ziet het veld van Gods koninkrijk er nu uit: heel wat schijnheiligen, nauwelijks te onderscheiden van de echte heiligen. Maar God kent de werkelijkheid, en eenmaal zal alles aan het licht komen. Wel iets om ernstig over na te denken. Twee eindproducten: het ene is het product van een vijandig mens. Later zal worden uitgelegd dat deze de duivel is. Hij zaait onkruid lijkend op de tarwe, zoals er ook nu zgn. ‘christenen’ zijn die met een schijn van godsvrucht de kracht daarvan verloochenen (2 Tim.3:5). Het andere is het product van de Zoon des mensen, de Heer Jezus. De eindbestemming van de twee producten is verschillend. Het eerste wordt bijeengehaald en in bossen gebonden om verbrand te worden. De poel van vuur is het einde voor wie satan gelooft. Het tweede wordt bijeengebracht in de schuur, de hemel. Het moment van de oogst is dichtbij, Jezus zegt: Zie, Ik kom spoedig! Zijn we klaar om onze God te ontmoeten?
Lees Mattheüs 13:24-30.

zondag 12 september 2010

Diavoorstelling

Vandaag een diavoorstelling toegevoegd. Je vindt deze onder de lijst van de favoriete links. Regelmatig zal een andere diareeks te zien zijn.
Groetjes,
<>< Pieter.

zaterdag 11 september 2010

Periodes van tegenslagen

Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik Uw inzettingen leerde. Psalm 119 vers 71.
Iedereen kent periodes van (grote) tegenslagen in zijn leven. De één is regelmatig of langdurig ziek, een ander kampt met grote moeilijkheden op het werk, en weer een ander ondervindt smaad van mensen. Voor al deze dingen is best wel een natuurlijke reden te bedenken: een griepvirus, een reorganisatie, een koppige buurman. Maar, zegt de psalmdichter, er is nog Iemand die hierin een rol speelt: onze hemelse Vader. Geen haar kan immers van ons hoofd vallen zonder dat Hij er kennis van heeft! Hij heeft Zijn bedoelingen met de dingen die Hij laat gebeuren in ons leven. De psalmdichter had gezondigd. Hij dwaalde en daarom had God hem verdrukking gezonden (vers 67). En wat? Hij heeft hij ervan geleerd! Hij kan later zeggen: ‘Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest’ en ook nog: ‘Ik weet, o HEERE, dat Gij mij uit getrouwheid hebt verdrukt’ (vers 75). God heeft hem daardoor blijkbaar opnieuw geleerd om op Hem te vertrouwen! Het is geen regel dat al onze moeilijkheden persé een gevolg van eigen zonde zijn. Maar het is wél zo dat onze hemelse Vader met alles wat ons overkomt, een bedoeling heeft. Daarom mogen wij ons in zulke tijden aan God Zelf vastklampen! Misschien zullen we het in dit leven nog ontdekken waar het allemaal ‘goed voor was’. Maar in ieder geval zullen we dat straks in de hemel zien. En dan zullen we het zeker de psalmdichter kunnen nazeggen: ‘Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest.’
Lees Psalm 119:65-80.
Groetjes,
<>< Pieter.

vrijdag 10 september 2010

zaad en vruchten

Andere zaden nu vielen in de goede aarde en gaven vrucht, het ene honderdvoudig, het andere zestigvoudig en het andere dertigvoudig. Mattheüs hfdst.13 vers 8.
De gelijkenis van de zaaier is voor velen bekend. De Heer Jezus is de Zaaier. Hij zaait het Woord van God. En zoals elke zaaier de bedoeling heeft dat het zaad opkomt en vruchten voortbrengt, zo wil ook de Heer dat Zijn Woord vrucht voortbrengt in ons leven. Dat kan alleen als Gods woord bij ons in de goede aarde valt. Dat wil zeggen: dat wij het horen en begrijpen, niet alleen met ons verstand, maar ook met ons hart. Iedereen bij wie dat het geval is, zal in zijn leven vrucht voortbrengen voor God omdat Gods gezaaide woord Gods werken voortbrengt. Een zeer belangrijke vraag: Hoe ziet onze grond eruit? Als de Heer Jezus ons iets opdraagt en het Woord zo in onze harten strooit, kunnen wij op vier manieren reageren. We kunnen de satan toestaan het Woord weg te roven. Of we kunnen zo op onszelf gericht zijn dat ons hart als van steen is, ondoordringbaar voor de stem van de Goede Herder. Of de wereld houdt ons met haar invloeden in de ban, zodat deze ‘dorens’ elke poging tot het dienen van de God verstikken. Of (en zo moet het zijn) wij hebben voor Hem een plaats in onze harten en laten Hem binnen zodra Hij klopt!
Lees Mattheüs 13:1-9.
Groetjes,
<>< Pieter.

donderdag 9 september 2010

Satan's Strategy

Satan's Strategy
JOHN 8:42-47
We who follow Christ have an enemy, and his name is Satan. (Mark 1:13) A created being, he is loose in the world but limited in what he can carry out against us. (Job 1:12) Many people consider him nothing more than a figment of the imagination, which allows him to work undetected. While he is a defeated foe (John 16:11), he pretends otherwise.
What are Satan’s objectives?
1. To draw us away from God through both direct and subtle means.
2. To thwart God’s purpose in our lives by getting us out of our Father’s will.
3. To deny God His rightful glory and honor, which results from our choosing to live obedient lives.
4. To destroy us in this world.
The Father of Lies (John 8:44) uses falsehood, deceit, and temptation as tools for achieving his goals. To carry out his work, he has chosen our minds as a battleground. Why? Because faulty thinking leads to disobedient behavior, which impedes God’s purposes for us. Erroneous thinking produces vulnerabilities like worry or fearfulness, which Satan can exploit to hinder our spiritual progress.
Although setbacks may occur, believers will not be overcome, for "greater is He who is in you than he who is in the world" (1 John 4:4). Scripture says, "Take captive every thought to make it obedient to Christ" (2 Corinthians 10:5b NIV). Offer a prayer of surrender: "Lord, I offer You complete control over my mind. Reveal any thinking that does not agree with Your Word, and teach me Your truth. Amen."
door Dr. Stanley.
Groetjes,
<>< Pieter.

woensdag 8 september 2010

Halleluja, looft de Heer

Psalmen 106:1 Halleluja. Looft de Here, want Hij is goed, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid.
Psalmen 106:48 Geloofd zij de Here, de God Israels, van eeuwigheid en tot eeuwigheid, en al het volk zegge: Amen. Halleluja!
Psalmen 9:1 Voor de koorleider. Op de wijze van: De dood van de zoon. Een psalm van David. (9-2) Ik zal U loven, Here, met mijn ganse hart, ik wil al uw wonderen verhalen;
Psalmen 103:1 Van David. Loof de Here, mijn ziel, en al wat in mij is, zijn heilige naam;
Psalmen 138:1 Van David. Ik zal U loven met mijn ganse hart, in de tegenwoordigheid der goden zal ik U psalmzingen.
Psalmen 22:25 Van U komt mijn lof in een grote gemeente, mijn geloften zal ik betalen in de tegenwoordigheid van wie Hem vrezen.
Psalmen 35:18 Dan zal ik U loven in een grote gemeente, onder een geweldige schare U prijzen.
Psalmen 40:9 Ik verkondig de blijde mare van uw gerechtigheid in een grote gemeente; zie, mijn lippen weerhoud ik niet, Here, Gij weet het.
Psalmen 40:10 Uw gerechtigheid verberg ik niet in mijn hart, van uw trouw en uw heil spreek ik, uw goedertierenheid en uw waarheid verheel ik niet voor een grote gemeente.
Psalmen 89:5 Daarom loven de hemelen uw wondermacht, o Here, ook uw trouw in de gemeente der heiligen;
Psalmen 89:7 God is zeer ontzagwekkend in de raad der heiligen, geducht boven allen die rondom Hem zijn.
Psalmen 107:32 dat zij Hem verhogen in de gemeente des volks, en Hem loven in de raad der oudsten.
Psalmen 108:3 Ik zal U loven, o Here, onder de volken, U psalmzingen onder de natien,
Psalmen 109:30 Ik zal de Here met luider stem loven, ik zal Hem lofzingen te midden van velen;
Psalmen 149:1 Halleluja. Zingt de Here een nieuw lied, zijn lof in de gemeente der vromen.

Loof de Heer, altijd en overal, loof de Heer.

Groetjes,
<>< Pieter

dinsdag 7 september 2010

een grote vis en een Grote Koning

want zij bekeerden zich op de prediking van Jona; en zie, meer dan Jona is hier! Mattheüs hfdst.12 vers 41.
Jona kreeg van God de opdracht naar de grote stad Ninevé te gaan om te prediken. Maar Jona wilde niet en ging mee met een schip de andere kant op. Zo probeerde hij voor God en Zijn opdracht te vluchten. In een storm echter werd Jona overboord gezet door de scheepslieden. Maar God voorzag een grote vis, die Jona opslokte en na drie dagen weer uitspuwde op het land. Toen moest Jona wel naar Ninevé. Weet u wat zijn prediking was? ‘Nog veertig dagen en Ninevé wordt ondersteboven gekeerd!’ Meer niet. Maar dat was voldoende voor de mensen van Ninevé. Zij geloofden God en riepen een vasten uit voor mens en dier. Ook de koning van Ninevé dompelde zich in rouw. Heel Ninevé heeft die veertig dagen tot God geroepen. En … God luisterde en zij werden gered van Zijn oordeel. Aan die mensen kunnen wij als land een voorbeeld nemen.
In de vergelijking tussen Salomo en Jezus van Nazareth, zien we dat de Heer Jezus Salomo in alle opzichten overtreft: Salomo was zeer rijk, maar de Heer Jezus is de Schepper van al die schatten van hemel en aarde. Salomo was buitengewoon wijs, maar in Christus zijn alle schatten van de wijsheid en kennis verborgen. Salomo had grote macht, maar de Heer Jezus is gegeven alle macht in de hemel en op de aarde. Salomo had zoveel heerlijkheid dat een koningin hem erom bewonderde, maar ook hierin rijst de Heer Jezus ver boven hem uit, want voor Hem zal elke knie zich buigen. Hem mogen wij prediken!
Lees Mattheüs 12:38-45.
Groetjes,
<>< Pieter.

maandag 6 september 2010

Wisdom

Been Thinking About: Wisdom
(an article by RBC Ministries President Mart De Haan)
According to Buddhist folklore, two traveling monks reached a river where they met a young woman. Wary of the current, she asked if they could carry her across. One of the monks hesitated, but the other quickly picked her up onto his shoulders, transported her across the water, and put her down on the other bank. She thanked him and departed. As the monks continued on their way, the one was brooding and preoccupied. Unable to hold his silence, he spoke out. "Brother, our spiritual training teaches us to avoid any contact with women, but you picked that one up on your shoulders and carried her!" "Brother," the second monk replied, "I set her down on the other side, while you are still carrying her."
A Question of Wisdom—The insight of the second monk raises an interesting question for followers of Christ. If we acknowledge examples of moral and spiritual insight in another religion, do we weaken our case for the distinctiveness of our own faith?
I ask the question because I believe we actually strengthen our case by seeing that one of the things the Bible does is help us see wisdom outside of its own pages. By being our inspired standard for wisdom, the Bible shows how to recognize (1) natural, (2) religious, and (3) moral insights in the world around us. Most important, the Scriptures show us how these first three kinds of wisdom can help us see our need for (4) the redemptive wisdom of the cross.
Let's take a closer look at how the first three kinds of wisdom can help us build bridges to those outside of our faith, without compromising the distinctiveness of Christ in the process.
Natural Wisdom—The Old Testament book of Proverbs gives us examples of practical insights that abound in the cultures and religions of the world. Solomon's wisdom shows us how to learn from the animals, from agriculture, and from personal reflection on how life works. Many of his wise sayings illustrate the value of a natural wisdom that can also be found in other religions.
Wise is the one who is not too big to learn from the ant (Proverbs 6:6-8).
The most important battles are fought in the mind (Proverbs 16:32; 25:28).
A benefit of such natural wisdom is that it can help anyone live a more thoughtful life. A downside is that natural wisdom does not by itself give us hope in a world where all of our accomplishments are subject to change and loss (Ecclesiastes 1:1-11).
Religious Wisdom—People of many cultures have found it difficult to think that the wonders of the natural world have no counterpart on the other side of death. As a result, many religions have tried to give their followers hope beyond the grave. While the following quotes are from the Bible, they have parallels in other religious systems.
Those who hope only in this life are destined for despair (Ecclesiastes 2:15-20).
Nothing is more relevant than the eternal (Ecclesiastes 12:13-14).
By believing in life after death, people of many religions have found courage to make sacrifices for a better world beyond. But eternal perspectives have also been a problem. By minimizing the importance of this life, many have wasted the earth's resources, waged unnecessary wars, and sacrificed their lives at the expense of others. Religious wisdom does not make people good merely by offering the hope of immortality.
Moral Wisdom—From Moses to Jesus, the Scriptures show that spirituality without morality can result in everything from false gods to religious exploitation of the poor. According to the Bible, moral wisdom is so important that our Creator wrote His laws not only in stone, but also in our hearts (Romans 2:14-15). The result is that the Bible resonates with a universal human conscience when it says things like,
Do to others as you would have them do to you (Matthew 7:12).
Don't return evil for evil but overcome evil with good (Romans 12:21).
Once again, however, we are faced with an insight that is incomplete. When we think about the moral wisdom of love, our problem is not so much in knowing but in doing. No matter how much we want to love, we easily slide into self-centered thinking that causes us to hurt and be hurt. None of us gives or receives as much love as our hearts long for.
Redemptive Wisdom—Because we are all wounded people, we need more than natural, religious, and moral wisdom to do the right thing. We need a redemptive insight to help us deal with the wrongs we have done to others and that others have done to us.
This was the kind of wisdom Jesus offered when He stepped into our broken world and said,
"Come to Me, all you who labor and are heavy laden, and I will give you rest" (Matthew 11:28).
Those who are well don't need a doctor, but those who are sick. I have not come to call good people, but sinners to repentance (Mark 2:17).
Christ's invitation to hurting, helpless people was not new. For centuries, Jewish prophets had been declaring that the most high God lives not only in the heavens but also in the dark valleys of crushed and shattered people who recognize their desperate need of Him (Psalm 34:18; Isaiah 57:15).
What was new with Christ was that at the crossroads of the world, and on the center page of human history, God unveiled the secret of His redemptive wisdom. By an act of immeasurable love, our Creator became our substitute, dying in our place, for our sin (1 Corinthians 1:17-31).
Wisdom doesn't get more profound than this. The darkest, most tragic moment of human history became the means by which our Creator could offer us the light of His Spirit, His forgiveness, and His everlasting life.
By the redemptive wisdom of Christ, wasted, ruined, and hopeless people learn to love as they have been loved, to forgive as they have been forgiven, and to salvage as they have been salvaged.
Father in heaven, Your Son is known for rescuing the kind of people we are inclined to condemn. Something has gone terribly wrong. Please don't let us rest until we too are showing every day, and in every way, the redemptive wisdom of the cross.



Feel free to pass along this newsletter to your family and friends.

zondag 5 september 2010

De levende praktijk

maar groeit op in de genade en kennis van onze Heer en Heiland Jezus Christus. 2 Petrus hfdst.3 vers 18a.
Gods Woord waarschuwt ons in dit hoofdstuk voor het gevaar van goddeloze en zedeloze mensen, die de woorden van de Bijbel verdraaien om hun eigen voordeel en zodoende oprechte gelovigen in hun dwaling pogen mee te slepen. Het is de laatste jaren meer dan ooit nodig standvastig te zijn en ons niet te laten beïnvloeden door de verderfelijke praktijken om ons heen. Dat mag echter niet leiden tot een angstig ontvluchten van de werkelijkheid. We moeten veeleer groeien in het kennen van de Heer Jezus. Alleen dan zullen we genoeg onderscheiding hebben en veilig blijven. De apostel Petrus heeft in zijn beide brieven nogal wat waarschuwende woorden laten horen. Dat was ook (en is ook nu) nodig, want hij heeft de christenen willen toerusten voor de eindtijd. Juist voor ons die in die eindtijd leven, is het dus belangrijk zijn Brieven nauwkeurig te bestuderen. Petrus heeft echter niet alleen gewaarschuwd, maar ook vol liefde gewezen op onze Heer en Heiland, Jezus Christus, die in staat is ons vast te houden om niet te wankelen of zelfs te vallen. Enerzijds moeten we op onze hoede zijn voor al het verkeerde dat ook in de christenheid op ons afkomt, anderzijds is het voor ons van levensbelang dat we geestelijk groeien, en steeds meer ervaren, weten en kennen Wie de Heer Jezus in al Zijn genade is.
Lees 2 Petrus 3:10-18.
Groetjes,
<>< Pieter.

zaterdag 4 september 2010

Het ultieme gezag

Hij echter zei tot hen: Hebt u niet gelezen Mattheüs hfdst.12 vers 3a.
In het algemeen gesproken verzuimt men de Bijbel open te slaan om te weten te komen wat God zegt van een bepaalde zaak in Zijn onfeilbaar Woord. Je hoort het zoveel keer: 'Och ja, de bijbel, wat daarin staat telt niet voor dit' Hoe is dat bij ons? We zeggen wel dat Gods Woord gezaghebbend is voor leer en leven, maar als het er op aankomt, hebben we toch wel zo nu en dan een eigen mening, die al of niet gebaseerd is op traditie of ervaring. Het antwoord op de belangrijke, zeg maar belangrijkste, vragen in het leven kunnen we vinden in de Bijbel. Wie het antwoord niet weet, moet lezen wat er staat geschreven! De Farizeeën hadden naast wat God in de wet van Mozes over de sabbat had voorgeschreven, nog een aantal regeltjes bedacht. De sabbat was als feestdag voor God bedoeld en voor en door Hem afgezonderd. Maar de Farizeeën hadden er hun eigen invulling aan gegeven waarmee ze hun eigen gerechtigheid in eigen ogen trachtten te bevestigen. Houden wij soms ook vast aan allerlei onbijbelse uitwendige vormen en ceremoniën? Zijn we ondertussen met onszelf zeer wel tevreden? De Heer Jezus staat boven dit alles, zoals Hij boven de sabbat staat. Nee, geen gerechtigheid door eigen daden, maar enkel door Hem!
Lees Mattheüs 12:1-8.
Groetjes,
<>< Pieter.

donderdag 2 september 2010

God aan het werk

Mattheüs 13
Deze gelijkenissen maken duidelijk hoe God aan het werk is in de wereld. Het koninkrijk der hemelen is niet de ware Gemeente, want het omvat zowel het echte als het onechte, geredden zowel als verlorenen. Het koninkrijk der hemelen wordt gevormd door allen die beweren op enigerlei wijze te behoren bij de Koning. God zaait zijn Woord in de harten van de mensen en verwacht vruchten (vs.1-9,18-23). Hij zaait zijn mensen in de wereld, waarin ze een oogst kunnen opleveren (vs.24-30,36-43). Aan het eind der tijden zal Hij het echte van het onechte scheiden, en de goeden van de slechten. Is uw belijdenis van Christus echt? Of zult u een huichelaar blijken te zijn aan het eind der tijden? (zie Mt7:21-29). Ontvangt uw hart het Woord? Het zaad heeft leven en kracht en kan een oogst van zegen opleveren in uw leven. Hoort u het? Kan God u ‘zaaien’ waar Hij wil? U bent een zaad dat zijn Goddelijke leven bevat, maar een zaad moet worden gezaaid om vruchten voort te brengen (Jh12:23-28). Deelt u uit aan anderen wat Hij u leert (vs.51-52)? De waarheid mag niet worden opgepot; ze moet worden uitgedeeld, zodat anderen kunnen worden gered en opgebouwd in het geloof.

Uit Elk hoofdstuk apart' van Warren W. Wiersbe.

woensdag 1 september 2010

Hij is goed!

Looft den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid. Psalm 107 vers 1.
Een les uit elke episode van de geschiedenis van het volk Israël. Die les is dat als Israël faalt en in nood raakt, de Here verlossing biedt. Hij stelt Zijn trouw tegenover Israëls ontrouw. Hij is goed, en is waard geloofd te worden. Telkens lezen we dezelfde woorden terug: ‘Toen riepen zij tot de Here in hun benauwdheid, en Hij redde hen uit hun angsten.’ En evenveel keer lezen we: ‘Dat zij de Here loven om Zijn goedertierenheid en om Zijn wonderen aan de mensenkinderen.’ Van in het begin toen de Israëlieten in de woestijn waren, en zij te kampen hadden met honger en dorst heeft de Here steeds opnieuw in deze nood voorzien. Uiteindelijk heeft de Here hen het beloofde land ingeleid en hun een ‘stad ter woning’, Jeruzalem, gegeven. Verder lezen we over de periode van ballingschap. De reden staat erbij: ‘Omdat zij de woorden Gods hadden weerstreefd, en de raad des Allerhoogsten versmaad.’ De Here God moest steeds weer ervaren dat de dankbaarheid van het volk van korte duur was. Daarom moest Hij hen in omstandigheden brengen waarin ze weer tot Hem moesten roepen. Ze hebben ook ditmaal tot Hem geroepen, en Hij heeft een einde gemaakt aan deze ballingschap. En weer ging het mis. Het volk verviel tot een dwaas en zondig leven en verslokerde geestelijk als een plant zonder water. Sommigen zagen die nood en riepen weer tot de Here, die opnieuw wonderlijk uitkomst gaf. Hij zond Zijn Woord, de Heer Jezus, en alleen dankzij Hem is het volk – en zijn ook wij – aan Zijn wraak ontkomen. Wat een voorrecht dat ook wij nu reeds onze God lofoffers mogen offeren en Zijn werken met gejubel vertellen.
Lees Psalm 107:1-22.
Groetjes,
<>< Pieter.

dinsdag 31 augustus 2010

Niet vallen!

en gelukkig is hij die over Mij niet ten val komt! Mattheüs hfdst.11 vers 6.
Johannes de Doper zal in de gevangenis zeker gedacht hebben: Jezus zal wel zorgen dat ik hier uit kom. Maar dat gebeurde niet. Johannes gaat twijfelen: Is Hij het wel? Is Hij de Messias, die komen zou? Johannes krijgt een antwoord dat de profetie van Jesaja in herinnering brengt en Johannes zal ook ongetwijfeld Jes. 35:3 en 4 gekend hebben: ‘Zegt tot de versaagden van hart: Weest sterk, vreest niet.’ . En verder: Zalig is wie aan mij geen aanstoot neemt. Wie wel aanstoot neemt, dreigt te vallen. Johannes is niet zeker meer van zichzelf en van de weg die hij gaat. Wat Johannes en ook wij moeten leren is: Al zien we geen zekerheid van een oplossing, blijf vertrouwen op Hem de jou liefheeft. Johannes de Doper zat in de put en zond zijn leerlingen om voor Hem kracht en bemoediging bij de Here te vinden. De Heer Jezus richt zijn oog op de tekenen van het koninkrijk der hemelen en herinnert Johannes eraan, dat Hij écht Degene is die zou komen. Alhoewel gevangen en zonder uitzicht op bevrijding mocht Johannes voor de vervulling van Gods beloften volledig op de Heer Jezus vertrouwen.
Lees Mattheüs 11:2-15.
Groetjes,
<>< Pieter.

maandag 30 augustus 2010

If you don't know GOD, don't make stupid remarks!!!!!!

Don't make stupid remarks about God
!!!!
A United States Marine was attending some college
courses between assignments. He had completed missions
In Iraq and Afghanistan . One of the courses had a professor
who was an avowed atheist, and a member of the ACLU.

One day the professor shocked the class when he came in.
He looked to the ceiling and flatly stated, GOD if you are real
Then I want you to knock me off this platform. I'll give you exactly
15 min.' The lecture room fell silent. You could hear a pin drop.
Ten minutes went by and the professor proclaimed, 'Here I am
GOD, I'm still waiting.'

It got down to the last couple of minutes when the Marine got
Out of his chair, went up to the professor, and cold-cocked him;
Knocking him off the platform. The professor was out cold.
The Marine went back to his seat and sat there, silently.

The other students were shocked and stunned, and sat there
Looking on in silence. The professor eventually came to,
Noticeably shaken, looked at the Marine and asked, 'What
In the world is the matter with you? 'Why did you do that?'
The Marine calmly replied, 'GOD was too busy today protecting
American soldiers who are protecting your right to say stupid
Stuff and act like an idiot. So He sent me.'

The classroom erupted in cheers!

... And so did I...
Have a wonderful day

zondag 29 augustus 2010

Over schapen en wolven.

Zie, Ik zend u als schapen midden onder wolven, weest dan voorzichtig als de slangen en oprecht als de duiven. Mattheüs hfdts.10 vers 16.
Jezus die de Waarheid was, is vervolgd, belasterd, veroordeeld en gekruisigd. Hier zendt de Heer Jezus Zijn discipelen in de wereld om de waarheid te verkondigen, zonder iemand in aanzien te achten dan alleen Hem die hen gezonden had. Hij zegt: ‘Weest voorzichtig als slangen, en argeloos als duiven.’ Je zult maar als apostel uitgezonden worden en dan te horen krijgen dat je bent als een schaap te midden van wolven! De moed zou je toch in de schoenen zinken! Je maakt absoluut geen kans. Is dat niet precies zo als we in eigen kracht aan de slag gaan? Gelukkig is onze Zender ook onze Leidsman, die met ons meegaat. Als gelovigen leven we in een God-vijandige wereld. Betekent dat dat we iedereen moeten wantrouwen? Nee, zegt de Heer, weest argeloos als de duiven. Maar laten we wel voorzichtig zijn en op onze hoede voor de geestelijke gevaren (gevaarlijken) om ons heen.
Lees Mattheüs 10:9-16.
Groetjes,
<>< Pieter.

zaterdag 28 augustus 2010

leven met geopende ogen

En hun ogen werden geopend. Mattheüs hfdst.9 vers 30a.
Twee mensen die blind waren. Een onverhoopte gewaarwording. Vanuit en leven in de duisternis naar een leven in het licht. Er is ook nog een ander ‘blind zijn’. De natuurlijke ogen kunnen in prima conditie zijn, en daarbij kan men tegelijk geestelijk stekeblind zijn. Misschien hebt u al naar alle kanten geroepen, tast u al lang rond in de duisternis. Dan mag u ook tot de Heer Jezus roepen: ‘Heb medelijden met mij!’ En vol vertrouwen kunt u dan Zijn reddend antwoord verwachten. Zijn licht verdrijft ook uw duisternis! De Heer Jezus heeft heel wat genezingen verricht. Het waren tekenen van Wie Hij is. Maar het waren evenveel bewijzen van Zijn innige ontferming. Hij hielp de mensen weer op weg. Ze konden weer voluit voor God leven. Zo wil de Jezus ook iedereen helpen. Hij wil onze blindheid wegnemen. Dan zien we eindelijk wie we zelf zijn en Wie Hij is, Zijn liefde en genade. Vervolgens neemt Hij nog onze ‘doofstomheid’ weg. We mogen luisteren naar Zijn Woord en we kunnen aan anderen vertellen Wie Hij voor ons is en ook voor hen wil zijn. We kunnen steeds een beroep doen op Zijn innige ontferming voor de gebreken in ons leven.
Lees Mattheüs 9:27-34.
Groetjes,
<>< Pieter.

vrijdag 27 augustus 2010

Hij keerde zich om

En Jezus keerde Zich om, zag haar en zei: Heb goede moed, dochter, uw geloof heeft u behouden. En de vrouw was behouden van dat uur af. Mattheüs hfdst.9 vers 22.
Jezus keerde zich om! Het is geweldig! De Heer Jezus reageert op eenvoudig geloof! Wij proberen vaak zelf van alles om beter te worden. Deze vrouw was al twaalf jaren ziek. In Markus lezen we dat zij veel had doorstaan van vele dokters en al het hare waaraan ten koste had gelegd en geen baat gevonden. Zij was eerder zelfs achteruit gegaan. Ervaren wij niet hetzelfde? Zolang we op eigen middelen en op mensen vertrouwen, gaan we geestelijk achteruit. We moeten met al onze nood naar de grote Geneesheer gaanen Hem aanraken in geloof. We zien de levendmakende kracht van de Heiland. Daar waar het leven langzaam wegvloeit, geneest Hij. Daar waar de dood al ingetreden is, wekt Hij op met Zijn kracht. Wat daar letterlijk gebeurde, doet Hij ook geestelijk. God ziet ons ‘dood in misdaden in zonden’. Maar met de Heer Jezus wordt een gelovige levendgemaakt. Anderzijds zijn we als mensen uit wie het leven door de zonde wegvloeit: het loon van de zonde is de dood. Maar Gods aanbod is het eeuwige leven in Christus Jezus. Het enige wat wij kunnen doen is in geloof dat aanbod aannemen.
Lees Mattheüs 9:18-26.
Groetjes,
<>< Pieter.

woensdag 25 augustus 2010

Hij roept nog steeds

Gaat dan heen en leert wat het is: ’Barmhartigheid wil Ik en geen offer’; want Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars. Mattheüs hfdst.9 vers 13
Wat een geschenk van Jahweh, dat de Heer Jezus in barmhartigheid tot Mattheüs (zijn naam betekent:geschenk van Jahweh) komt en zegt: ‘Volg Mij!’ Misschien denkt u wel heel slecht van uzelf. Dat is echter juist heel goed, want dan wil de Heer Jezus u verzekeren dat Hij juist voor u is gekomen. Want zij die ziek zijn van hun zonden hebben juist een Geneesheer nodig. Hebt u Zijn roepstem al gehoord? Sta op en volg Hem! 'En hij stond op en volgde Hem.', Het is een klein, simpel zinnetje, maar wel met verstrekkende gevolgen. Het leven van Mattheüs neemt daardoor een totaal andere wending. De Farizeeën zien niet in wat de Heer Jezus bij die tollenaars en zondaars te zoeken heeft, want zij, de Farizeeën, brengen toch zeker offers tot God! Daardoor voelen zij zich kerngezond. Dat is de reden dat de Heer met hen niets kan beginnen. Ze denken dat ze Hem niet nodig hebben. Die tollenaar heeft heel wat meer zelfkennis!
Lees Mattheüs 9:9-13.
Groetjes,
<>< Pieter.

dinsdag 24 augustus 2010

Bij Jezus gebracht

toen zei Hij tot de verlamde: Sta op, neem uw bed op en ga naar uw huis. Mattheüs hfdst.9 vers 6b.
Een geweldige opdracht is het om mensen bij de Heer Jezus te brengen. Wat daar gebeurt is dan het werk van de Heer. Alle zonden mogen bij Hem gebracht worden en Hij vergeeft ze. Toch zijn we dan nog steeds ‘verlamd’ want onze oude zondige natuur is nog in ons. Maar! de Heer Jezus zei niet alleen: ‘Uw zonden zijn u vergeven.’ Hij ging verder en zei ook: ‘Sta op en wandel.’ Zo neemt Hij onze zondelast weg én geeft Hij nieuwe kracht om ‘in nieuwheid van leven te wandelen’. Vroeger zondige en verlamde mensen, nu verlost en helemaal genezen. Sta op en wandel! Daar wachtte de man eigenlijk op. Hij gaat naar de Heer om weer te kunnen lopen, om van zijn verlamming afgeholpen te worden, en dan wordt er tegen hem gezegd dat zijn zonden vergeven worden. Wat die verlamde man toen ervaren heeft, weten we niet. Maar de Heer is nog niet klaar met hem. Beter gezegd: Hij is nog niet klaar met de schriftgeleerden. Om hun te bewijzen dat Hij de macht heeft zonden te vergeven, geneest Hij de verlamde. Deze had het beste al binnen, en krijgt er nog meer bij! Zo is het nu eenmaal bij de Heer, Je krijgt het beste en meer!
Lees Mattheüs 9:1-8.
Groetjes,
<>< Pieter.

maandag 23 augustus 2010

Het verhaal van drie bomen.

Geen idee van waar dit komt, maar lees het even door.

Het verhaal van drie bomen

Het is het verhaal van het trotse streven van een olijfboom, een eik en een dennenboom
Elk van de drie bomen had de grote droom om iets speciaal te worden in het leven. De olijfboom had de droom om een fijn bewerkte schatkist te worden. Hij wilde het goud, zilver en de kostbaarste juwelen vasthouden. Op een dag koos de houthakker uit alle olijfbomen net die ene uit en hakte die om. De olijfboom was aangedaan en verwachtingsvol. Maar terwijl de hout bewerkers bezig waren besefte de olijfboom dat ze geen prachtige schatkist van hem maakten, maar een voederbak voor smerige stinkende dieren. Zijn hart was gebroken, zijn droom aan stukken. Hij voelde zich waardeloos en vernederd.

Eveneens de eikenboom. Hij droomde om ooit deel uit te maken van een prachtig groot schip die belangrijke koningen zou brengen naar de andere kant van de oceaan. Toen de houthakker hem omhakte was hij zeer opgewonden. Maar toen de tijd verstreek realiseerde hij zich dat hij niet werd gebruikt voor een prachtig schip. Ze maakten van hem een ordinaire vissersboot. Hij was ontmoedigd en teleurgesteld.

De dennenboom die leefde op de top van een hoge berg en zijn enige droom was om altijd rechtop te staan en de mensen te herinneren aan Gods prachtige schepping. Maar hij werd geveld door de bliksem en in één seconde lag zijn droom op de grond. De houthakkers raapten hem op en smeten hem bij het sprokkelhout.

Alle drie de bomen voelden zich waardeloos. Ze waren ontmoedigd en ontgoocheld. Geen enkel van hun droom was uitgekomen.
Maar God had andere plannen met die bomen.

Jaren later…. Maria en Jozef vonden geen plaats waar hun zoontje zou geboren worden. Ten laatste vonden zij een stal, waar Jezus geboren werd en ze legden hem in een voederbak, gemaakt van….. de olijfboom. De olijfboom wilde zo graag een kostbare schat vasthouden, maar God had betere plannen. Hij mocht de grootste schat van allemaal vasthouden, de zoon van God.
Een paar jaar verstreken. Jezus groeide op. Op een dag had hij een boot nodig om aan de overkant van het meer te raken. Hij koos geen opzichtig, groot schip. Hij koos een kleine ordinaire vissersboot gemaakt van dé eik. De eik wilde belangrijke koningen naar de overkant van de oceaan brengen. Maar God had andere plannen. De eik vervoerde de Koning der koningen.
Enkele jaren later scharrelden enkele Romeinse soldaten tussen het sprokkelhout waar de gevelde dennenboom lag. De dennenboom wist dat ze hem nodig hadden voor een kampvuur. Tot zijn grote verbazing bewerkten ze hem tot enkel een grote staak overbleef. Het was aan die dennenboom dat Jezus werd genageld.
Deze boom herinnert mensen nog steeds aan Gods liefde en medegevoel voor de mensen.

Les van het verhaal:
De drie bomen dachten dat ze hun waarde verloren hadden, dat hun verhaal gedaan was, maar ze werden een integraal deel van het grootste verhaal ooit.

Wat je ook meemaakt in je leven of hoe veel ontgoochelingen je ooit tegen kwam, je waarde in Gods ogen blijft altijd dezelfde. Je zult altijd zijn oogappel blijven. Hij zal jou nooit opgeven, maar geef het zelf ook nooit op.

Groetjes,
<>< Pieter.

zondag 22 augustus 2010

bewerken, vrezen en beven.

bewerkt uw eigen behoudenis met vrees en beven; Filippenzen hfdst.2 vers 12.
Het is duidelijk: de Heer Jezus is in gehoorzaamheid gestorven opdat elke knie zich voor Hem zou buigen. Het is begrijpelijk dat Gods Woord ons nu oproept om Christus’ voorbeeld na te volgen, niet in het volbrengen van het verzoeningswerk op het kruis. Daarin is Jezus uniek en dát werk is gedaan, afgewerkt; eens voor altijd. Maar wij mogen Hem navolgen in het doen van ‘Gods welbehagen’. Het is God die in ons werkt, zowel het willen als het werken, en Hij doet dat om zijn welbehagen. Wat bedoelt de Schrift hiermee? Toch niet dat wij zelf iets moeten doen om werkelijk behouden te worden. Zeker en vast niet, want dat zou betekenen dat het verlossingswerk van de Heer Jezus niet voldoende zou zijn, dus niet volbracht zou zijn. Dan had Hij ook niet op het kruis kunnen uitroepen: ‘Het is volbracht!’ Nee, Paulus schrijft: Als je weet, dat je behouden wordt door het geloof in de Heer Jezus, dan moet je dat in je dagelijks leven uitwerken, zichtbaar en hoorbaar. Je leven van elke dag moet in overeenstemming zijn met je christen-zijn. En daar werk je dus aan. Want het is God die in u werkt, zowel het willen als het werken, om zijn welbehagen.
Lees Filippenzen 2:12-18.
Groetjes,
<>< Pieter.

zaterdag 21 augustus 2010

Jesaja 42

God hielp zijn knecht Jezus Christus (vs.1-13). Mattheüs 12:18-21 is van toepassing op onze Heer in zijn aardse bediening aan mensen in nood. Hij werd uitverkoren door God en kreeg kracht van God, zodat Hij niet ontmoedigd werd en het opgaf. Jezus Christus leefde en diende door het geloof, in het vertrouwen dat zijn Vader in zijn behoeften zou voorzien, en zo moeten wij vandaag ook leven. Zijn kracht staat ons ter beschikking. God hielp zijn knecht Israël (vs.14-25). Zwak als het was keerde het volk terug naar het land na hun jaren van ballingschap. Ze waren geestelijk blind en hardnekkig, maar God leidde hen en werkte ten behoeve van hen. God helpt ook vandaag zijn knechten. Als u tot Gods gezin behoort, staat uw Vader klaar om u te vergeven en u te herstellen. Het lijkt misschien onmogelijk om de draad weer op te pakken, maar de Heer zal voor u werken als u Hem zijn gang laat gaan. Hij kan nieuwe dingen doen (vs.9), u op nieuwe paden leiden (vs.16) en u een nieuw lied geven (vs.10).
Uit 'Elk hoofdstuk apart' van Warren W. Wiersbe.

Groetjes,
<>< Pieter.

vrijdag 20 augustus 2010

het vredeskruis

en wie zijn kruis niet opneemt en Mij navolgt, is Mij niet waard. Mattheüs hfdst.10 vers 38.
Wie een volgeling van de Heer Jezus wil zijn zal de gevolgen ervan moeten aanvaarden. De Heer Jezus is door de wereld verworpen, ook nu nog, wees daar maar zeker van. Dat heeft gevolgen voor allen die werkelijk Zijn discipelen willen zijn. Dat betekent lijden en verworpen worden door de wereld, dat is het kruis dat we moeten dragen. Maar daar staat tegenover, dat wie achter Hem gaat, ook Zijn gemeenschap zal ondervinden. En daar gaat niets boven! En wat dan met die vrede? ‘Ik ben niet gekomen om vrede te brengen.’ zei Jezus: nee, voor Israël kon de Heer Jezus toen nog geen vrede brengen. Ze hadden Hem immers verworpen. Ook nu verwerpen zovele mensen Hem. Vrede op aarde is aangereikt, maar nog steeds verworpen. De Vredevorst is ook nog afwezig. Maar Hij zal komen. Zijn vrede zal zijn als een rivier. De onderdanen van het nu nog verborgen koninkrijk van God mogen echter vrede hebben in hun harten. De Heer Jezus geeft Zijn vrede aan ons, zoals Hij alleen die kan geven. Het koninkrijk van God bestaat in vrede door de Heilige Geest, die in de harten van de gelovigen woning heeft gemaakt. Buiten ons mag er dan onvrede zijn, in ons hart heerst de vrede van God door de vrede die er is met God!
Lees Mattheüs 10:34-11:1
Groetjes,
<>< Pieter.