zaterdag 8 augustus 2015

je weet wat goed is en je doet het niet

Lees: Jakobus 4:11-17 Wie dan weet goed te doen, en het niet doet, voor hem is het zonde. Jak. 4:17 Christen zijn is in de praktijk veel meer dan het nalaten van allerlei zondige daden. Helaas wordt aan buitenstaanders vaak de indruk gegeven dat christenen vooral in de Bijbel lezen om te weten wat ze allemaal niet mogen doen. Natuurlijk mag God van mensen die door het geloof in de Heere Jezus de Goddelijke natuur deelachtig zijn geworden, verwachten dat zij een heleboel dingen niet meer doen die ze vóór hun bekering heel gewoon vonden. God laat door Jakobus echter zien dat het veel verder gaat: als we weten dat God een bepaalde stap van ons vraagt, en we doen die stap niet, zitten we net zo goed fout! Laten we dagelijks bidden dat we meer mogen lijken op de Heere Jezus, wiens voedsel was de wil van Vader te doen. ‘Maar wie bent u, die over een ander oordeelt’ (vers 12). Wat staan wij gauw klaar met ons oordeel over onze naaste! Meestal op losse gronden, niet uit eigen mond gehoord en achter zijn rug. Zo willen wij toch ook niet beoordeeld en behandeld worden? Wat kan ons oordeel liefdeloos en hooghartig zijn, alsof wij volmaakt zijn. Als wij meer zelfkennis hadden, zouden wij milder over anderen en strenger over onszelf oordelen. Maar wij kunnen toch niet leven zonder een oordeel te hebben over mensen en toestanden? Zeker. Maar dan ten eerste met Gods Woord in de handen en ten tweede in liefde en nederigheid. Wie uit genade leeft, bewijst genade.

zaterdag 25 juli 2015

Niets is moeilijker voor de hedendaagse mens.

Onderwerpt u dus aan God. Jak. 4:7
In dit hoofdstuk blijkt dat het helaas onder christenen weinig ‘christelijk’ kan toegaan. Er kan sprake zijn van strijd, jaloezie, onverhoorde gebeden, wereldgelijkvormigheid, hoogmoed en verdeeldheid. Dan zitten we volkomen fout! Laten we in zulke gevallen ook niet proberen er nog een geestelijk tintje aan te geven. Deze dingen komen echt niet uit de Geest voort! De vruchten van de Geest zijn immers:liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. (Gal. 5:22). Als we ons aan God onderwerpen, geven we Hem de leiding en is er voor de duivel geen plaats. Dan geeft God ook echt genade om hier op aarde de vruchten van Zijn Geest te laten zien.

 ‘Weet u dan niet dat vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is?’ (vers 4). In de vragende vorm dus: weten jullie niet dat dit zo is? En de conclusie volgt er direct op: wie dus een vriend van de wereld wil zijn, wordt metterdaad een vijand van God. Let wel: dit wordt aan gelovigen geschreven! Zulke gelovigen worden zelfs aangesproken met: ‘overspeligen’! Daarvan kunnen wij echt schrikken. Iemand die heeft aanvaard dat de Here Jezus leed en stierf aan het kruis voor zijn zonden, kan toch geen vriend zijn van de wereld die Hem naar het kruis verwees? Dat klopt niet. Heb een heilzame schrik!

Lees  Ja k o b u s 4 : 1 - 1 0

zondag 19 juli 2015

lezen: Filippenzen 3:1-11

De kennis van Christus Jezus gaat alles te boven. Fil. 3:8

Weet je nog hoe het ging wanneer je als kind jarig was? Je mocht waarschijnlijk een lijstje maken met wat je graag wou hebben. Daaruit kozen je ouders, familie en/of vrienden, vriendinnen dan wat ze je wilden geven. Paulus zegt hier dat veel van de dingen die hij vroeger wilde hebben en deels ook had gekregen voor hem nu niets meer betekenden. Hij had iets beters gevonden voor zijn leven. Hij had Iemand gevonden die zó waardevol voor hem was dat hij er alles voor
over had om Hem beter te leren kennen: de Heere Jezus.
‘Alles wat mij winst was, heb ik om Christus’ wil schade geacht’ (vers 7).
Hebt u dat ook gedaan? Het is goed, dat wij onszelf deze vraag eens stellen. De apostel Paulus kon het zeggen. Hij had een schitterende carrière gehad binnen het jodendom. Wellicht had hij eens de plaats van Gamaliël kunnen innemen. Maar toen hij de Heere Jezus had ontmoet, was dat voor hem een voorbijgereden halte geworden. Een levensweg met moeiten, zorgen en vervolgingen lag voor hem. Maar het was de weg van en met de Heere Jezus. Die Weg koos hij met vreugde.
Daarom ook de vraag aan ons. Hebben wij álles wat in dit leven belangrijk schijnt, opgegeven om Christus’ wil? Laten we het anders vandaag doen en met de apostel zeggen: ‘Ik kies de weg van en met Jezus.’