zaterdag 25 december 2010

vrijdag 24 december 2010

Twee heilige vrouwen.

en zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht voor hen die Hem vrezen. Lukas hfdst.1 vers 50.
Maria reist naar haar verwant Elisabeth. Haar hart is vol blijdschap en in haar vreugde brengt ze een loflied: ‘Mijn ziel maakt de Heer groot!’ Maar tegelijk erkent ze ook haar lage staat. Elisabeth, eerst bezorgd over haar smaad onder de mensen, wordt vervuld met de Heilige Geest. Samen met Maria verblijdt ze zich nu over de grote dingen die over hen komen. Twee heilige vrouwen. Voor de wereld onbeduidend, maar voor God werktuigen van Zijn grote genade. God weerstaat de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade en zijn barmhartigheid is van geslacht tot geslacht voor hen die Hem vrezen. Wilt u ook niet nederig tot Hem gaan en u verblijden over de genade van God? De geweldige uitwerking van Gods Woord op Maria’s leven zette haar in beweging. Wat een contrast met de Schriftgeleerden uit Matth. 2! Zij wisten anderen vanuit Gods Woord exact te vertellen waar de Messias geboren zou worden, maar het zette henzelf niet in beweging! Misschien bent u behoorlijk thuis in de Bijbel en misschien zelfs in staat anderen daaruit te onderwijzen. Wordt u zelf ook nog door Gods Woord in beweging gezet? Hebt u bijvoorbeeld iets met een ander goed te maken? Haast u dan. U zult bemerken dat u (weer) spoedig een lofzang in de mond kunt nemen! Een heerlijke tijd om dit te doen!
Lees Lukas 1:39-56.
Zalig Kerstfeest, de vrede en de vreugde van de Heer weze met u.
<>< Pieter.

donderdag 23 december 2010

Geld en leugen, hand in hand

En zie, Ik ben met u alle dagen tot aan de voleinding van de eeuw. Mattheüs hfdst.28 vers 20.
In deze wereld waarin geld en leugen een machtige rol spelen, mogen wij toch weten dat onze Heer, die alle macht heeft, met ons is. In de hemel, maar ook op aarde! Met deze zekerheid kunnen we heengaan en onze opdracht vervullen om van de waarheid te getuigen in deze leugen-wereld. Kunnen we dat aan? Ja, maar met de Heer! Hij is immers met Zijn macht en liefde bij ons. Wat een belofte: Ik ben met u! Daar kunnen we het best mee doen. In blijde en in droeve dagen; alle dagen. Ook vandaag dus. De mensen van macht en leugen gaven de soldaten veel geld, en zij zeiden: Zegt…’ Dacht u dat corruptie iets typisch is voor vandaag? Nu, daar wisten ze vroeger net zo over mee te praten en handelen. Hebt u wel eens zo’n domme smoes gehoord: ‘Tijdens mijn slaap merkte ik hoe Zijn discipelen gekomen zijn en Hem hebben weggenomen.’ Je hart moet wel heel hard zijn om zo’n verhaal zonder blikken of blozen te durven vertellen. Een gewaarschuwd soldaat, behorend tot de uitverkoren Romeinse garde, bewaakt een graf met het keizerlijk zegel en dan… Och, we hebben allen geslapen. Wat heeft geld toch veel mensenlevens kapotgemaakt. Maar zelfs het grootste geld kan niet verlossen, geen zilver of goud, zo verzekert Petrus ons, alleen het kostbare bloed van Christus, Gods uitverkoren Lam.
Lees Mattheüs 28:11-20.
Groetjes,
<>< Pieter.

woensdag 22 december 2010

Ook voor rovers...

Hij vertrouwt op God - laat Hij Hem nu redden als Hij behagen in Hem heeft! Want Hij heeft gezegd: Ik ben Gods Zoon. Mattheüs hfdst.27 vers 43.
Toen de Heer Jezus aan het kruis hing, hebben de mensen Hem met hun hoon en spot op bijzonder kwetsende manier laten voelen hoe zij Hem verachtten. Onze gezegende Heer moest het aanhoren dat Hij gelasterd werd om wat Hij waarachtig was: de Zoon van God, de Koning van Israël en de Mens die Zijn vertrouwen volkomen op God gesteld had. Nooit was er Iemand als Hij, die de moeilijkste, de zwaarste weg ging in het volle vertrouwen dat Gods weg altijd volmaakt is. Totdat alles volbracht was, was er voor Hem geen verlossing, opdat ons een eeuwige verlossing zou worden aangebracht. ‘Toen werden met Hem twee rovers gekruisigd, één aan zijn rechterzijde en één aan zijn linkerzijde.’ Het moest gebeuren. Jesaja had het voorzegd: Hij zou onder de overtreders worden geteld. Ook David had het harteleed van de Messias aangevoeld en van Hem geschreven: ‘Wat ik niet geroofd heb, moet ik toch teruggeven.’ Hij had niets geroofd, maar aan alle mensen, vriend maar ook vijand, goed gedaan en bovenal aan God alles gegeven wat Hem toekomt aan geld, tijd, inzet, eer en verheerlijking. Hij werd met rovers gekruisigd. Wat moet het Hem pijn gedaan hebben zo’n onrecht te ervaren. Maar ook, hoe wonderlijk: Hij stierf daar om ook aan rovers Gods genade te kunnen aanbieden.
Mattheüs 27:33-44
door : anoniem
Groetjes,
<>< Pieter

zondag 19 december 2010

Velen begrijpen dit niet



Zeker doen als het "Messiaanse Joden betreft"

Groetjes,
<>< Pieter.

dinsdag 14 december 2010

Spot en lijden

en zij vielen op hun knieen voor Hem en bespotten Hem aldus: Gegroet, koning der Joden! Mattheüs hfdst.27 vers 29b.
Jezus, in totale onschuld, door Pilatus overgegeven om gekruisigd te worden, werd nu het mikpunt van de wrede spot van de Romeinse soldaten. Zij deden Hem een namaak-koningsmantel om en gaven Hem een schijn-scepter in de rechterhand. De spot-kroon die Hij droeg, was gemaakt van doornen, die onder de slagen van de spottende soldaten in Zijn hoofd drongen en Hem pijnlijk verwondden. Toen zij er genoeg van hadden en op weg gingen naar de plaats van de kruisiging, was Jezus Zelf niet meer in staat het kruis te dragen. Hoewel Hij echt de Koning was, wilde Hij lijden en sterven voor allen die in Hem geloven en die nu Zijn volgelingen en onderdanen zijn. Het meest onrechtvaardig lijden komt over onze Heiland. Op een voor ons ongekend wrede geseling volgt een weerzinwekkende bespotting door een grote groep Romeinse soldaten. Hij, de Here der Heren en de Koning der koningen, laat dit alles geduldig toe en draagt dit lijden. Hij geeft alles over aan Hem, die rechtvaardig oordeelt. De scharlaken mantel, de doornenkroon, het riet in Zijn rechterhand, alles ondergaat Hij, zonder dat er een woord van verwijt over Zijn lippen komt. Bewonderen we hier onze Heiland. Hij heeft gehoorzaamheid geleerd uit wat Hij geleden heeft en Hij is voor allen die Hem gehoorzamen de Bron van eeuwig leven geworden.
Lees Mattheüs 27:27-32.
Groetjes,
<>< Pieter.

vrijdag 10 december 2010

Wijs en dwaas.

Wie is wijs?
De werkelijk wijze zal het Woord van God horen (1:5)en het gehoorzamen (12:15); opslaan wat hij heeft geleerd (9:9; 10:4); de verlorenen winnen (11:30);
zich afwenden van de zonde (14:16); zijn tong beheersen (10:19; 16:23);
en ijverig zijn (10:5). De wijze zal eer beerven (3:35);
vreugde brengen aan anderen (10:1; 15:20); hij of zij zal niets tekortkomen (21:20); en kracht hebben om te strijden (24:5-6).

Het pad van de dwaas
De wijsheid richt zich tot drie soorten mensen: de onnozelen, de spotters en de dwazen. De onnozelen zijn mensen die alles geloven (14:15). Ze hebben geen verstand (7:7; 9:4) en kunnen de weg die voor hen ligt, niet onderscheiden (22:3; 27:12). Spotters denken dat ze alles weten (21:24), dus worden ze nooit wijs (14:6), en trekken ze zelfs geen lering uit een terechtwijzing (9:7-8; 13:1; 15:12). Het zijn grote onruststokers (22:10), die zouden moeten worden bestraft (19:29; 21:11). Dwazen zijn zelfverzekerd (12:15; 28:26) en hebben een grote hekel aan onderricht (1:7, 22; 23:9). Ze spreken trotse woorden (10:18; 14:3), twisten graag (18:6-7; 27:3), zijn bemoeials (20:3), spreken zonder na te denken (18:13; 19:11) en spotten over zonde (14:9). Straf helpt niet (17:10; 27:22) en uiteindelijk zullen ze ten val komen (10:8,10,14).

Warren W. Wiersbe

Groetjes,
<>< Pieter

woensdag 8 december 2010

Geen verdediging.

Jezus stond voor de stadhouder en de stadhouder vroeg Hem: U bent de Koning van de Joden? Jezus zei tegen hem: U zegt het. Mattheüs hfdst.27 vers 11.
De Joden waren onderworpen aan de Romeinse heerschappij, hun vonnis moest bekrachtigd worden door de stadhouder Pilatus. Het bleef een merkwaardig proces. Jezus bevestigde dát Hij de Koning der Joden is, maar verder antwoordde Hij op geen enkele vraag van Pilatus en op geen enkele beschuldiging van de overpriesters en de oudsten. Hun aanklachten overschreeuwden de stem van hun geweten. Jezus bleef zwijgen. De verworpen Koning deed Zijn mond niet open, zoals ‘een lam dat ter slachting geleid wordt’ (Jes. 53:7). Hij ging vrijwillig in de dood, om u en mij van de eeuwige dood te redden. De Joden mochten geen doodvonnis voltrekken. Daarom werd de Heer Jezus voor Pilatus, de Romeinse stadhouder, gebracht. Naar de beschrijving van dit Evangelie is het verhoor maar heel kort. Jezus bevestigt de vraag van Pilatus over Zijn koningschap en zwijgt daarna. We denken aan de woorden van Jesaja: ‘Hij werd mishandeld, maar Hij liet Zich verdrukken en deed Zijn mond niet open; als een lam dat ter slachting geleid wordt, en als een schaap dat stom is voor zijn scheerders, zo deed Hij Zijn mond niet open.’ Christus heeft voor u geleden en u een voorbeeld nagelaten, opdat u in Zijn voetstappen zou treden.
Lees Mattheüs 27:11-18.
Groetjes,
<>< Pieter.

maandag 6 december 2010

Bezweken.

En terstond kraaide de haan. En Petrus herinnerde zich het woord van Jezus, die gezegd had: Voordat de haan kraait, zul je Mij driemaal verloochenen. En hij ging naar buiten en weende bitter. Mattheüs hfdst.26 vers 75.
Het kritieke moment van die avond was aangebroken voor Petrus, een van Jezus’ trouwste volgelingen. Zijn Meester was ter dood veroordeeld. Men had Hem in het gezicht geslagen, bespuwd, bespot. Wou Petrus of kon hij het nog langer aan bij Jezus te horen? Het bleek nu immers een verloren zaak! Petrus, die niet zolang geleden had gezegd dat hij Christus niet zou verloochenen – zelfs al moest hij met Hem sterven – bezweek voor de verzoeking. Hij verloochende zijn Meester, en dat tot driemaal toe. Toen leek alles voor hem ook verloren: hij ging naar buiten en weende bitter. Dit berouw echter liet zijn latere herstel toe als discipel en getuige van de opgestane Heer. Hoe kon Petrus zo diep vallen? Kijken we daartoe eens in het hart van elke mens:
Hoogmoed: bij Petrus: al zouden allen aanstoot aan U nemen, ik nooit.
Zelfoverschatting: bij Petrus: zelfs al moest ik met U sterven, ik zal U voorzeker niet verloochenen.
Geestelijke lauwheid: bij Petrus: niet gewaakt en gebeden om niet in verzoeking te komen.
Drie punten van uiterste waakzaamheid over onszelf dus!
Zijn er nog lichtpuntjes in dit droevige verhaal? Ja, de woorden van de Heer Jezus: ‘Simon, Simon, zie, de satan heeft verlangd ulieden te ziften als de tarwe, maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet zou bezwijken’ (Luk. 22:31). Dit is onze troost: we hebben een biddende Heiland, die ons nooit loslaat.
Lees Mattheüs 26:69-75.
Groetjes,
<>< Pieter.

vrijdag 3 december 2010

Een bijzondere arrestatie.

Hoe zouden dan de Schriften vervuld worden dat het zo moet gebeuren? Mattheüs hfdst.26 vers 54
De gevangenneming van Christus is een aangrijpend onderdeel van de gebeurtenissen die leidden tot Zijn veroordeling en kruisiging. Toch was het beslist niet zo dat Hij al deze voor Hem zo uiterst pijnlijke gebeurtenissen nu maar passief onderging. Nee, Christus ging welbewust de weg van het lijden. Zonder te wankelen richtte Hij Zijn schreden naar Golgotha, om daar de wil van de Vader te volbrengen en voor schuldige zondaars te lijden en te sterven. De Schriften getuigden van de lijdende Knecht des Heeren, en nu was het moment van hun vervulling aangebroken. Het is een bijzondere arrestatie. Dat kan ook niet anders, want het betreft hier de Messias, de Zoon van God. Als we het nog eens rustig nalezen, wordt wel duidelijk waar de macht ligt. Niet bij de Joden, niet bij de Romeinen – die vallen allemaal op de grond, lezen we bij Johannes. De macht ligt bij de Heer Zelf. Hij laat Zich gevangennemen, geneest ondertussen nog een oor, vermaant Petrus en de hele menigte. Alles wat gebeurt, is vervulling van de profetieën. Zelfs de vlucht van de discipelen is voorzegd. De Heer vraagt dan ook niet om hulp van engelen. Hij wil Gods weg gaan. Daarvoor moet Hij alléén zijn.
Lees Mattheüs 26:47-56.
Groetjes,
<>< Pieter.

donderdag 2 december 2010

lessen om te leren

En de discipelen deden zoals Jezus hun had opgedragen en bereidden het pascha. Mattheüs hfdst.26 vers 19.
Wij, de discipelen van de Meester, leerlingen, navolgers van de Heer Jezus, luisteren graag naar elke aansporing om Hem in alle details van ons leven de eerste plaats te geven, zoals de discipelen toen deden. We vinden hier nog een ander voorbeeld: er was in de stad zelfs een onbekende discipel die zijn huis voor de Meester gereed en beschikbaar had, in een tijd dat hij zijn opperzaal voor veel geld zou kunnen verhuren. Wat een verschil met die andere 'discipel' Judas! Eén van u zal Mij verraden, zegt de Heer plotseling tijdens de maaltijd. Daar schrikken de discipelen van. Ze worden ook verdrietig. Zou ik het zijn? vragen ze zich af. Eén voor één komen ze met die vraag bij de Meester. Ze lijken zichzelf te kennen. Ze kennen hun eigen zwakheid. En daar worden ze klein van. Een half uur later, als Judas weg is, reageren ze heel anders. ‘Zelfs al moet ik met U sterven, ik verlaat U nooit!’ roepen ze in koor. Welke reactie de Heer het meest waardeert, weten we niet. Maar in beide zit een les: enthousiast en vurig zijn voor de Heer, maar wel in het besef van eigen zwakheid.
Lees Mattheüs 26:17-25.
Groetjes,
<>< Pieter.