maandag 15 december 2014

Waar komt de echte wijsheid vandaan?

Maar de wijsheid die van boven is, is ten eerste rein, ...
Jak. 3:17a


Voor wie het nog niet weet, we leven in moeilijke tijden. In deze brief lezen we verder over de ‘laatste dagen’ (5:3). Daar vinden we waarschuwende woorden over deze eindtijd, die juist nu voor gelovigen een moeilijke tijd is. Er is wijsheid van boven nodig om hier beneden overeind te blijven in een wereld waarin zich veel dwazen bevinden die in
hun hart zeggen dat er geen God is (Ps. 14:1), en die ook leven alsof er geen God is. Wie wijsheid van boven heeft, moet daarom wel opvallen door zijn gedrag. Ziet men bij ons de kenmerken van de Heere Jezus, die ‘de wijsheid van God’ wordt genoemd 1 Kor. 1:24)? Deze wijsheid wil God ons graag mild en zonder verwijt geven als we Hem er om bidden.
Dan blijven we rein te midden van een onreine wereld.
‘Wie is wijs en verstandig onder u?’ (vers 13). Wat houdt die wijsheid eigenlijk in? Eenvoudig dit: toon uw wijsheid uit uw goede levenswandel en goede werken. En dan niet op een hoogmoedige manier eigen goede werken etaleren. Nee, maar in wijze zachtmoedigheid. De wijze doet goede werken in diepe ootmoed, omdat hij weet dat hij nog zo heel veel tekortschiet, en dat het goede niet uit hemzelf is maar uit Christus. Hij leeft uit de ware wijnstok, Jezus Christus; zonder Hem kan hij niets doen. Elke dag mogen we om die ootmoedige wijsheid bidden, opdat de Vader in de hemel verheerlijkt wordt.
Lees Jakobus 3 : 13-18

maandag 10 maart 2014

Struikelen in woorden

... Als iemand in woorden niet struikelt, is hij een volmaakt man,... Jakobus hfdst.3 vers 2
Jakobus spreekt in dit hoofdstuk speciaal de gelovigen aan, zoals blijkt uit de aanduiding ‘mijn broeders’ in vers 1. Hij wijst hier op het gevaar dat we struikelen in ons spreken. Nee, Jakobus maakt zich niet bezorgd over onze zinsbouw of onze woordkeus. Hij zegt dat het mogelijk is dat we met onze tong God loven, en we ditzelfde lichaamsdeel even later gebruiken om iets lelijks te zeggen van medemensen. Laten we onze tong, evenals de rest van ons lichaam, gebruiken om God te verheerlijken (1 Kor. 6:20). En laten we meer bedenken dat onze medemensen geschapen zijn naar de gelijkenis van dezelfde God, die we zojuist met onze tong (onze woorden, ons spreken) geprezen hebben.
‘U moet niet allemaal leermeesters willen zijn, mijn broeders. ’ (vers 1a). Waarom wilden velen in de Gemeente graag leraar en leider (herder) zijn? Jakobus heeft wel gemerkt dat dit niet uit edele motieven voortkwam. Velen vonden het gewichtig en eervol! De apostel zegt: u moet geen eer voor uzelf zoeken, maar onder de indruk komen van de grote verantwoordelijkheid die aan deze gave verbonden is. De profeten uit het Oude Testament voelden dat, en God moest hen vaak met grote aandrang roepen. Welke geestelijke instelling is nodig? Welke boodschap brengen wij? Paulus zegt: indien ik mensen wil behagen, kan ik geen dienstknecht van Christus zijn. Dat geldt ook nu nog! Lees Jakobus 3:1-12

maandag 10 februari 2014

Geloof en werken,hand in hand

U ziet dus nu dat een mens uit werken gerechtvaardigd wordt en niet alleen uit geloof. Jakobus hfdst. 2 vers 24 We kunnen wel zeggen dat we geloof hebben, maar als dat niet blijkt uit onze werken,hoe we leven, is het dood. Het is er gewoonweg niet. Wat voor soort werken zijn nu het bewijs van ons geloof? Twee voorbeelden noemt Jakobus. Niet direct voorbeelden van geloofswerken die wij zouden noemen. Wat Abraham deed, zouden wij kindermoord noemen. En wat Rachab deed, zouden wij landverraad noemen. Toch noemt God dit werken van het geloof. Dat komt omdat beiden God vertrouwden. Abraham offerde zijn zoon terwijl God had gezegd hem in deze zoon een ontelbaar nageslacht te zullen geven. Rachab geloofde dat God Zijn volk de overwinning zou geven, terwijl er nog niets van te zien was. Het geloof mag ook bij ons zichtbaar worden door de werken. Wie heeft nu gelijk: Paulus of Jakobus? Paulus zegt dat de mens zonder de werken van de wet gerechtvaardigd wordt. Alleen door het geloof en uit genade. En Jakobus zegt: ‘U ziet dus nu dat een mens uit werken gerechtvaardigd wordt en niet alleen uit geloof.’ En toch spreken ze elkaar niet tegen. Paulus spreekt tot mensen die menen door werken der wet voor God gerechtvaardigd te kunnen zijn en dat kán niet! Jakobus spreekt tot mensen die een verkeerde conclusie trekken uit: geloof alleen, alsof de werken er niet op aan zouden komen. Ook dat kan niet. Geloof moet gezien worden door de mensen. Lees Jakobus 2:14-26