maandag 10 maart 2014

Struikelen in woorden

... Als iemand in woorden niet struikelt, is hij een volmaakt man,... Jakobus hfdst.3 vers 2
Jakobus spreekt in dit hoofdstuk speciaal de gelovigen aan, zoals blijkt uit de aanduiding ‘mijn broeders’ in vers 1. Hij wijst hier op het gevaar dat we struikelen in ons spreken. Nee, Jakobus maakt zich niet bezorgd over onze zinsbouw of onze woordkeus. Hij zegt dat het mogelijk is dat we met onze tong God loven, en we ditzelfde lichaamsdeel even later gebruiken om iets lelijks te zeggen van medemensen. Laten we onze tong, evenals de rest van ons lichaam, gebruiken om God te verheerlijken (1 Kor. 6:20). En laten we meer bedenken dat onze medemensen geschapen zijn naar de gelijkenis van dezelfde God, die we zojuist met onze tong (onze woorden, ons spreken) geprezen hebben.
‘U moet niet allemaal leermeesters willen zijn, mijn broeders. ’ (vers 1a). Waarom wilden velen in de Gemeente graag leraar en leider (herder) zijn? Jakobus heeft wel gemerkt dat dit niet uit edele motieven voortkwam. Velen vonden het gewichtig en eervol! De apostel zegt: u moet geen eer voor uzelf zoeken, maar onder de indruk komen van de grote verantwoordelijkheid die aan deze gave verbonden is. De profeten uit het Oude Testament voelden dat, en God moest hen vaak met grote aandrang roepen. Welke geestelijke instelling is nodig? Welke boodschap brengen wij? Paulus zegt: indien ik mensen wil behagen, kan ik geen dienstknecht van Christus zijn. Dat geldt ook nu nog! Lees Jakobus 3:1-12

Geen opmerkingen:

Een reactie posten