woensdag 26 september 2012

Pas op voor de misleiding

Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. 2 Thessalonika hfdst2 vers 3a. De kans is groot als je denkt dat dit je niet kan overkomen, je juist het mikpunt voor Satans aanvallen wordt. De raad is niet vol zelfvertrouwen zijn, maar onszelf veeleer oordelen in het licht van Gods Woord. Allerlei stromingen kunnen ons onbewust beïnvloeden: het humanistisch denken, het evolutionisme, de New Agebeweging, dwalingen omtrent de dag waarop de Heere Jezus kan komen, een verkeerd gebracht nieuwsbericht. De methoden van de vijand zijn bijzonder succesvol. Houden we daarom het oog gevestigd op de komst van onze Heere en onze vereniging met Hem (vs.1). De satan heeft ontzettend veel ervaring in het misleiden van mensen. De schepping is nog pas een ‘tweetal bladzijden’ oud of daar begint de misleiding al. Veelal met mooi klinkende woorden en vertoon van macht, maar altijd met woorden die van God wegvoeren. Gods Woord herinnert ons eraan dat het Gods bedoeling is ons ‘met Hem, dat is Christus, te verenigen’. Het is van levensbelang onze relaties en contacten hierop te toetsen – brengen ze me naar Christus toe of staan andere dingen centraal? Lees 2 Thessalonicenzen 2:1-4

zondag 19 augustus 2012

Volharden, volhouden, niet opgeven, doorzetten!

uw volharding en geloof in al uw vervolgingen en in de verdrukkingen die u verdraagt: 2 Thess. 1:4b . Volharden, volhouden, niet opgeven, doorzetten! Deze jonge gemeente werd al gauw na hun bekering aangevallen door dwaalleraars en sekteleiders. Het getuigenis dat Paulus in zijn eerste Brief van hen kon geven, was zo geweldig, dat de satan hen als het ware niet met rust kon laten. Te midden van diens aanvallen richt Paulus hun blik op de toekomst en op het rechtvaardig oordeel van God. Als ze nú trouw zijn, zullen ze straks een bevoorrechte plaats hebben bij de verschijning van de Heere Jezus! Maar bovenal: wat zal het zijn voor de Meester Zelf! Zijn glorie is onze glorie, als we nog even volhouden. ‘ wanneer Hij zal gekomen zijn om op die dag verheerlijkt te worden’ (vers 10). Vanaf de schepping wordt de heerlijkheid van Christu verkondigd. Engelen hebben dag noch nacht rust en verheerlijken Hem. Ook God heeft Hem heerlijkheid en eer gegeven toen Hij het verlossingswerk volbracht had. Er komt echter een dag waarop Hij opnieuw verheerlijkt zal worden. Ja, met verbazing zullen de mensen in deze wereld naar Hem opzien, zo heerlijk zal die aanblik zijn van onze Verlosser en Heere. Om Hem te verheerlijken hoeven we echter niet te wachten op dat moment. Ook nu al mogen wij Hem prijzen en grootmaken. Hij is het waard. 2 Thessalonicenzen 1:1-12

dinsdag 7 augustus 2012

Vrede en het goede.

Leef in vrede met elkaar. 1 Thessalonika hfdst.5 vers 13b. . In dit hoofdstuk lezen we ook over mensen die zeggen: ‘Er is vrede en veiligheid, ’ – maar zij zullen ten prooi vallen aan een plotseling verderf. Maar ware christenen hebben vrede met God, kennen de vrede van God in de dagelijkse omstandigheden en beproevingen en mogen bovendien de God van de vrede met zich hebben. Maar dan komt er een bijzondere test: hoe kunnen wij in de praktijk deze vrede ervaren in de onderlinge betrekkingen met onze medechristenen? Hebt u daartoe al examen afgelegd – dit wil zeggen: geslaagd, of beter: met goed gevolg? Zo niet: het tekstgedeelte geeft u en mij het nodige huiswerk. ‘jaag altijd het goede na’ lezen we in vs 15. En dat in ons leven in een wereld waarin iedereen zijn eigen belangen najaagt. Die belangen-ambities gaan vaak ten koste van de ander en laten geen enkele inperking toe. Gods Woord geeft ons hier echter een ander levensprincipe. Ons doel mag zijn ‘het goede’ te zoeken, na te jagen, zoals ook onze Heere altijd het goede gezocht heeft. Dat goede is niet begrensd tot onszelf, maar richt zich ook op anderen, op de ander, op de medemens dus. Wat zou de wereld er anders uitzien als deze leefregel in ons aller vaandel stond en we altijd het goede zochten. Lees: 1 Thessalonicenzen 5:12-28

donderdag 2 augustus 2012

Vrede door aangeleerde liefde

u hebt zelf van God geleerd hoe u in liefde met elkaar moet omgaan. 1Thessalonika hfdst.4 vers 9b. Mensen hebben een bijna onwrikbaar vertrouwen in techniek en wetenschap. En het komt zover vs.3), dat de wereld meent ‘vrede en veiligheid’ gegarandeerd te hebben. Maar het zal blijken schijn te zijn. Als de wereld slaapt, komt de dag van de Heere met oordeel en geweld – onverhoeds. En wij, christenen, weten dat! Maar beleven we dat ook als een levende realiteit? Of zijn wij ook in ‘slaap’ gesukkeld, zodat ons bestaan zich alleen kenmerkt door bijv. onze car- rière, onze status, ons bezit, onze ontspanning? Wat zou er in ons leven moeten veranderen als we wisten dat onze Heere morgen kwam? ‘ Als de mensen zeggen dat er vrede en veiligheid is’ (vers 3). Wij mensen verlangen naar vrede. Jaar in jaar uit wordt de Nobelprijs voor de vrede uitgereikt en steeds weer zijn er nieuwe kandidaten. Dat toont ons echter ook, dat er ondanks dit verlangen naar rust en vrede steeds weer een drang is naar dat andere, die verstoring van vrede, naar macht, overheersing en geweld. Wij christenen hoeven onze vrede niet te verwachten van mensen, hoe nobel hun motieven ook mogen zijn. Ware vrede geeft slechts die Vredevorst van Wie getuigd wordt: ‘Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede’ (Jes. 9:6). Lees: 1 Thessalonicenzen 5:1-11

maandag 23 juli 2012

Bij de Heere

Maar ik wil niet, broeders, dat u onwetend bent ten aanzien van hen die ontslapen zijn, opdat u niet bedroefd bent zoals ook de anderen, die geen hoop hebben. 1 Thessalonika hfdst.4 vers 13. In ons leven als christenen moeten we soms afscheid nemen van elkaar omdat de dood tussenbeide komt. Het doet pijn, als de plaats van iemand die ons zo lief was, leeg wordt. De Heere kent die pijn. Hij huilde met Maria en Martha mee, toen Lazarus, Zijn vriend, gestorven was. Hij was bewogen met die moeder te Naïn om haar zoon. En wie kan dan troosten als Hij? Hij richt ons oog dan op Hemzelf en zegt:‘Ik ben de Opstanding en het Leven.’ Hij zegt ons als in Matth.9: ‘Het meisje is niet gestorven, maar het slaapt.’ En we weten: het lichaam ‘slaapt’ in het graf tot Christus’ komst, maar de ziel geniet reeds nu de vreugde van het Hemels Paradijs. ‘Want de Heere Zelf zal neeerdalen’ (vers 16). Er zijn veel taken die God Zijn engelen laat uitvoeren. Zo lezen wij dat zij legers verslaan, mensen in bescherming nemen en ze in veiligheid brengen, maar ook belangrijke boodschappen overbrengen. Hier vinden we iets wat de Heere aan hen niet overlaat, zelfs niet aan Zijn aartsengelen. Hij verlangt zo naar dit ogenblik, het is zo hoogst belangrijk, dat Hijzelf zal komen en persoonlijk de Zijnen tegemoet gaan in de lucht, opdat zij voor altijd bij Hem zullen zijn. Verlangt u ook zeer naar dat moment? 1 Thessalonicenzen 4:13-18

zaterdag 14 juli 2012

God behagen

Verder, broeders, vragen wij u en roepen wij u er in de Heere Jezus toe op, dat u, zoals u van ons ontvangen hebt hoe u moet wandelen en God behagen, daarin nog meer overvloedig wordt. 1 Thessalonika hfdst.4 vers 1. Als onmogelijk lijkende opdracht staat hier te lezen:‘God behagen’ en verder ons zó gedragen dat God er vreugde in heeft. Hoe is het mogelijk, dat de heilige God er blij over kan zijn dat wij als christenen leven? Het kan! Anders stond dat niet te lezen in Gods Woord. Natuurlijk is dat nooit buiten Christus’ werk om: Zijn offer op het kruis en Zijn voorbede voor ons. Hoe moet dat dan? Zelf goed ons best doen? Stipt ‘onze’ geboden en verboden houden? Nee, dat is het niet. Maar: de Heere toegewijd zijn. Daarbij geldt de kernvraag: gaat het bij ons om Hem? Om Zijn eer? In de grote dingen van ons leven en in de details van elke dag? Zit Hij op de ‘troon’ van ons hart? Vraag maar steeds: ‘Heere, wat wilt U dat ik doen zal?’ ‘Dit wil God: uw heiliging’ (vers 3). De Heere God is heilig en Hij verwacht van Zijn kin- deren een heilig, Hem toegewijd leven. Alhoewel de gelovigen bevrijd zijn van het juk van de wet, heeft God ons toch voorschriften gegeven. Deze houden onder andere een zuiver huwelijksleven in. In onze dagen wordt het huwelijk voor steeds meer mensen een verouderd begrip. De van God gegeven normen vervagen en raken bij velen in onbruik. Ontrouw in het huwelijk komt steeds meer voor. Dat is zonde voor God. We zijn gewaarschuwd. Hij zal daar eenmaal rekenschap voor vragen en met zijn gerechtigheid oordelen. Bent u het hiermee niet eens, dan verwerpt u geen mensen, maar God. Een zeer ernstige zaak! 1 Thessalonicenzen 4:1-12

dinsdag 10 juli 2012

identiteit

En ú moge de Heere doen toenemen en overvloedig maken in de liefde tot elkaar en tot allen, zoals ook wij dat zijn tot u, 1 Thessalonika hfdst.3 vers 12. Paulus had met veel zorg het bericht over de pas bekeerde christenen afgewacht. Zouden ze staande zijn gebleven in de verdrukkingen? Zouden ze zich tegen hem, de ‘oorzaak’ van alles, en (wat erger is) tegen de Heere gekeerd hebben? Het wonder is gebeurd: hun geloofsvertrouwen en liefde waren eerder toegenomen! Juist die vervolgingen om Christus’ wil hebben hen nog dichter bij de Heere en bij elkaar gebracht. Herkennen we dat? Zijn ook wij niet apart- gezet met onze medechristenen door de ongelovige wereld om ons heen? Als gemeente, of als gezin in de straat? Als christenstudenten op school? En dan juist mogen we elkaar opzoeken, elkaar bemoedigen in het geloof en in de liefde. De komst van de Heere is een belangrijk onderwerp in deze brief. Hoe zal Hij ons aantreffen bij Zijn komst? Dat is de vraag in dit gedeelte. Bijzonder is dat je nooit tevreden moet zijn met een bestaande situatie. Terwijl geloof, hoop en liefde volop aanwezig waren in Thessalonica, wordt er toch aangedrongen op een voortgaande geestelijke groei. Met name van de lief- de. Zowel intern als extern. Liefde is met anderen bezig zijn, hen helpen, leiden en ondersteunen. Liefde is anderen dienen en niet jezelf zoeken. Waken, wachten en dienen zij onze identiteit in Christus! Lees 1 Thessalonicenzen 3:6-14

maandag 7 mei 2012

Hij is er altijd voor ons.

opdat niemand in verwarring gebracht zou worden in deze verdrukkingen. Want u weet zelf dat wij hiertoe bestemd zijn. 1 Thessalonika hfdst.3 vers 3. De gelovigen van Thessalonica ondervonden, net als paulus en vele andere gelovigen, verdrukking van de ongelovige en Joodse wereld om hen heen – maar eigenlijk van Satan zelf: de ‘overste van de wereld’. Steeds weer lezen we in deze brief dat Satan tegenwerkt. Toch staat hier in vers3 dat wij ‘daartoe bestemd’ zijn. Niet Satan, maar onze God Zelf heeft het leven van de gelovige in Zijn hand. Wat een enorme bemoediging geeft het dat te weten! God heeft een plan met ons, met u en mij! Ook wanneer het gaat om moeite of zorg: durf ‘ja’ te zeggen in vertrouwen op God. Hij laat die dingen toe. Niet om ons te pijnigen. Niet omdat Hij ons niet liefheeft. Maar om ons, en de wereld om ons heen, te tonen wie Hij is: een God, die, als wij roepen, Zijn vaderhand op ons leggen zal. Zorg voor andere gelovigen is goed. We horen bij elkaar en wanneer iemand in de Gemeente lijdt, dan lijden de anderen mee. Paulus zond Timotheüs en Silas naar de verdrukte Thessalonicenzen om hen te versterken en moed in te spreken. Dat konden ze doen omdat ze de kracht van de Heere kenden in de grootste moeilijkheden. Silas had onlangs nog in de gevangenis te Filippi gezongen en hij kon getuigen van de wonderlijke uitredding van God. Zo moeten wij ook anderen in hun verdrukking aanmoedigen niet te wankelen, maar te vertrouwen op onze Heiland, die ons nooit in de steek laat. Lees 1 Thessalonicenzen 3:1-5. Groetjes, <>< Pieter.

woensdag 25 april 2012

Niet zonder gevolgen.

Daarom danken ook wij God zonder ophouden dat u, toen u van ons het gepredikte Woord van God hebt ontvangen, het ook aangenomen hebt, niet als een mensenwoord, maar (zoals het werkelijk is) als Gods Woord, dat ook werkzaam is in u die gelooft. 1 Thessalonika hfdst 2 vers 13. Hoe dikwijls zijn we het met uitspraken van van mensen niet oneens? We leggen de boodschap naast ons neer. Maar wat als Gods Woord tot je komt? De Thessalonicenzen namen Gods Woord ten volle aan. Ze erkenden: God Zelf spreekt tot ons. En dat was het begin van een radicaal nieuw leven, duidelijk zichtbaar voor iedereen. Als Gods Woord tot ons komt, geldt eerst: bereidwillig de boodschap aannemen. Ten tweede: het (dagelijks) voor onszelf in de Bijbel nagaan. Als derde: het Woord zijn werk laten doen aan ons geweten. Ten vierde: het geloven. Niet in het minst als vijfde: God ervoor danken! Lees hierbij: Handelingen hfdst 17:11,12. De Bijbel is Gods persoonlijke brief aan elk mens. Het aannemen van het Woord van God is geen vrijblijvende zaak. De Thessalonicenzen hebben het geweten! Niet alleen Paulus en de andere apostelen werden vervolgd, maar de overige gelovigen hadden ook veel te lijden. De Heere Jezus heeft gezegd: ‘In de wereld lijdt gij verdrukking, maar houdt goede moed; Ik heb de wereld overwonnen.’ Ondanks alle beproevingen van hun geloof konden ze in Hem overwinnaars zijn. Bij de komst van de Heere zal hun volhardend geloof ook tot blijdschap en eer van Paulus zijn. De vruchten van zijn werk zullen dan gezien worden. Zijn wij ook bereid om verdrukking te verdragen als gevolg van gehoorzaamheid? Ook onze vruchten van onze goede werken in geloof zullen dan zichtbaar zijn! Lees: 1 Thessalonicenzen 2:13-20. Groetjes, <>< Pieter.

vrijdag 6 april 2012

Waardig voor God.

God, Die onze harten beproeft. 1 Thessalonika hfdst. 2 vers einde vers 4. Paulus had in alle oprechtheid Gods eer en het heil van de Thessalonikers gezocht, en niet zichzelf. De wetenschap dat God het hart keurt, verontrustte Paulus daarom ook niet. Zijn geweten klaagde hem niet aan. Als dat wél het geval was geweest, had hij onmogelijk gelijktijdig een vader en een moeder voor hen kunnen zijn. Paulus gaf aan de Thessalonikers een voorbeeld van liefde en zelfopoffering. Dag en nacht werkte hij om anderen niet tot last te zijn. Dit nam niet weg, dat hij de gelovigen persoonlijk hoofd voor hoofd aanmoedigde hetzelfde te doen en als christenen een God waardig leven te leiden. Die hoogste norm wordt ons ook voorgehouden: ‘waardig voor God’. Het is de moeite waard om ons af te vragen: hoe zit het met ons, met mij? God, die ons roept tot Zijn eigen koninkrijk en heerlijkheid, heeft er recht op dat we ons inspannen om niet alleen een korte periode, maar voortdurend te leven tot Zijn eer. Lees 1 Thessalonicenzen 2:1-12. Groetjes, <>< Pieter.

zaterdag 24 maart 2012

over geloof

... ook in alle plaatsen heeft uw geloof in God zich verspreid, 1 Thessalonika hoofdstuk 1 vers 8.
'Eerst zien en dan geloven' en 'Geloven doe je in de kerk' en meer van dat soort onzin wordt er uitgesproken! We geloven in de dingen die we niet zien en ook is het geloof niet achter een kerkdeur te sluiten. Het geloof omvat bovendien zaken die je zeker kunt weten, terwijl in het dagelijkse werk lang niet alles zeker is. De echte vraag is waar het geloof zich op richt. Vers 8 vermeldt dat het geloof van de Thessalonikers zich richtte op God. Niet op Paulus of een van zijn medewerkers; niet in de eerste plaats op Paulus’ preken of brieven – maar op God. Dat was het geheim van hun krachtige getuigenis. Door de evangelieprediking van Paulus kwamen er in Thessalonika veel mensen tot geloof. De Gemeente groeide en bloeide. Geloof, hoop en liefde waren voor iedereen zichtbaar. De hele regio sprak erover. Het waren getuigende christenen. De bekering van de afgoden tot God was een realiteit. Het Woord des Heren klonk overal. Hoe beleeft u uw geloof? Is het een zaak van uw binnenkamer? Kom ermee voor de dag en laat iedereen weten dat u gelooft in Jezus Christus en dat u God wilt dienen.
Dan zal uw leven gekenmerkt worden door werk van geloof, inspanning der liefde en volharding der hoop! God geve het ons allen.
Lees 1 Thessalonicenzen 1:1-10
Groetjes,
<>< Pieter.

vrijdag 16 maart 2012

Tel uw zegeningen 1 voor 1

omdat de heiligen innerlijk door u verkwikt zijn, Filemon vers 7. Hoe aangenaam is het niet als we iets voor een ander mogen en willen betekenen. In een tijd waarin de ik-gerichtheid exponentieel toeneemt, kunnen en mogen gelovigen iets laten zien van de liefde van de Heere Jezus. Hij wilde ons dienen en als navolger van Hem heeft ook Filemon zich dienstbaar opgesteld. filemon was gastvrij: de gemeente mocht zelfs bij hem aan huis samenkomen! Waarschijnlijk heeft hij ook op andere manieren veel voor medegelovigen betekend. En dat werd opgemerkt, zelfs Paulus hoorde ervan en hij erdoor bemoedigd. Maar bovenal merkt God op wat wij voor anderen (en daarin voor Hem) willen doen. Zo mogen wij samen een leven leiden als gelovigen, tot zegen voor elkaar en tot eer van de Heere. ‘Ik dank mijn God, terwijl ik steeds in mijn gebeden aan u denk.’ (vers 4). Het is fijn dat Paulus zijn brieven bijna altijd begint met een dankzegging. Dat is heel leerzaam voor ons. Wij moeten beginnen de positieve dingen op te merken in ons eigen leven en misschien nog meer in dat van anderen, de dingen waarvoor wij God kunnen danken. En dan zijn er zoveel dingen waarvoor wij dankbaar kunnen zijn. Laten wij onze zegeningen maar eens tellen 1 voor 1. Paulus had een persoonlijke relatie met God. Kunt u het hem nazeggen: Ik dank mijn God? Onder alle omstandigheden, te allen tijde, mogen wij God danken. Lees Filemon:1-7. Groetjes, <>< Pieter.

maandag 12 maart 2012

Opgroeien in groeien

Maar groei in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus. 2 Petrus hfdst 3 vers 18. Een ernstige waarschuwing in dit derde hoofdstuk voor het gevaar van zedeloze mensen, die de woorden van de Bijbel verdraaien om hun eigen zondige gedrag te rechtvaardigen en om oprechte gelovigen in hun dwaling mee te slepen. Het is vandaag meer dan ooit zaak, standvastig te zijn en ons niet te laten beïnvloeden door al de verderfelijke praktijken om ons heen. Dat mag echter niet leiden tot een angstig ontvluchten van de soms harde werkelijkheid. We moeten veeleer groeien in het kennen van de Heere Jezus. Alleen dan zullen we veilig bewaard blijven. De apostel Petrus heeft in zijn beide Brieven nogal wat waarschuwende woorden laten horen. Dat was ook nodig, want God wil de christenen toerusten voor de eindtijd, dus ook voor ons die in die eindtijd leven. Het is dus belangrijk deze brieven nauwkeurig te bestuderen. Petrus heeft echter niet alleen gewaarschuwd, maar ook vol liefde gewezen op onze Heere en Heiland, Jezus Christus, die in staat is ons staande te houden. Enerzijds moeten we op onze hoede zijn voor al het verkeerde dat ook in de christenheid op ons af komt. Anderzijds is het voor ons van levensbelang dat we geestelijk groeien, en steeds meer ervaren Wie de Heere Jezus in al Zijn liefde en genade is. Lees 2 Petrus 3:10-18. Groetjes, <>< Pieter.

dinsdag 6 maart 2012

Komt Hij wel?

... Waar is de belofte van Zijn komst?... 2 Petrus hoofdstuk 3 vers 4. Zul je deze vraag wel durven stellen als je met verlangen uitziet naar de komst van de Heere. Het is weer de taal van de spotter die geen gehoor wil geven aan Gods liefdevolle oproep tot bekering. God heeft bij monde van profeten en apostelen gewaarschuwd voor ‘de dag van het oordeel en van het verderf van de goddeloze mensen’ (vers.7). Ook nu nog stelt Hij die vreselijke dag uit en geeft Hij aan iedereen nog de kans om zich te bekeren en zijn toevlucht te nemen tot de Heere Jezus. Hebt u het al gedaan? Nee? Laat u dan nu met God verzoenen! ‘maar Hij heeft geduld met ons en wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen.’ (vers 9). Misschien is het vandaag de laatste dag van de genade-tijd. Tot op vandaag heeft God de gelegenheid gegeven het evangelie aan te nemen. Want God wil niet dat sommigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen. Hebben wij, gelovigen, echt alle kansen benut die de Heere ons gaf om van Hem te getuigen? Misschien hebben we vandaag voor het laatst de mogelijkheid om mensen te wijzen op de noodzaak zich te bekeren, en op het heil dat God in Christus aanbiedt. Het kan ook zijn dat u die dit bericht op deze blog als ongelovige leest of hoort voorlezen, op dit moment uw laatste kans krijgt het evangelie aan te nemen. Grijp toch die kans aub! Lees 2 Petrus 3:1-9 Groetjes, <>< Pieter.

vrijdag 2 maart 2012

Het overspel van de ogen.

Hun ogen zijn vol overspel en zondigen onophoudelijk;... 2 Petrus hfdst 2 vers 14a Onze ogen kunnen ons brengen tot genotzucht. Wie goed oplet, begrijpt iets van de tragiek van zulke levens. Toch zal God dit moeten oordelen. Alles heeft Hij eraan gedaan opdat zulke ogen zouden ophouden met zondigen, en zich zouden richten op het kruis, waar God in Christus alle mensen reddend tegemoet is getreden om hen te verlossen, wat voor zonden zij ook bedreven hebben. ‘Wie overwint, hem zal Ik maken tot een zuil in de tempel van Mijn God’ (Openbaring 3:12). De valse leraren beperken zich niet tot het brengen van dwaalleer. Petrus beschrijft in opvallend krachtige taal hoe zij ook in moreel opzicht volkomen de mist ingaan. Haarscherp stelt hij hun leer en hun gedrag aan de kaak, en maakt duidelijk hoe verschrikkelijk het is als mensen eerst de naam van de Here Jezus in de mond nemen en vervolgens afvallen van het christendom. Wat wordt God onteerd door zulke mensen in de christenheid! Daarom is het fijn voor de Here Jezus als Hij in deze tijd mensen ziet die zich niet alleen christenen noemen, maar het ook werkelijk zijn in woord en in daad. Zij die nú in Zijn kracht standhouden en overwinnen, zullen stráks door Hem beloond worden. Lees 2 Petrus 2:12-22 . Groetjes, <>< Pieter.

maandag 27 februari 2012

Groeiend verderf

Zij zullen in hun verdorvenheid ten verderve gaan,. 2 Petrus 2 vers 12. Hoe staan verdorven mensen tegenover het feit dat God heerschappij uitoefent? De vraag is dan niet zozeer of een mens wel regelmatig in een kerk kwam,‘goed leefde’, niet vloekte en ‘ieder het zijne gaf’… Maar gaf hij aan God ‘het Zijne’? Is er in uw leven ooit een moment gekomen dat God bij u heerschappij ging uitoefenen? Let wel: u zult daarin wellicht vaak falen, maar wie door Christus is verlost, weet dat God geen falen oordeelt waarop berouw volgt. God oordeelt wel het verachten van Zijn wil. ‘dan weet de Heere ook nu de godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen, ’ (vers 9). Petrus geeft geen opwekkend beeld van de eindtijd waarin we leven. Hij vertelt over valse leraars, die velen voor hun dwaalleer weten te winnen. Deze mensen zullen, evenals destijds de valse profeten, door God geoordeeld worden. Soms laat God zulke misleiders echter lang hun gang gaan; zo lang, dat de werkelijk trouwe gelovigen (de ‘godvruchtigen’) dat als een zware beproeving ervaren. Daarom wijst Petrus hen op mannen als Noah en Lot, die beiden in een goddeloze omgeving staande zijn gebleven. De Heere wist deze godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen. Laten we dankbaar zijn voor zulke bemoedigingen en volharden in het dienen van onze God! Lees 2 Petrus 2:1-11 Groetjes, <>< Pieter.

woensdag 1 februari 2012

u doet er goed aan daarop acht te slaan. deel van 2 Petrus hfdst 1 vers 19. Geef acht is een militaire term- wij zijn strijders in Gods leger. Hoop is uiterst belangrijk in ons leven. Wij grijpen de hoop aan. Wij die deze bijbelse hoop reeds hébben aangegrepen, doen er goed aan acht te geven op Gods Woord als op een lamp die in het duister schijnt, totdat de morgenster in ons hart opgaat en de dageraad aankondigt. Die morgenster is Christus, zoals uit andere plaatsen blijkt. Christus mag nú reeds leven in onze harten, maar tevens leeft in ons de hoop op de dag dat Hij zal komen en alles nieuw maken. Wat is er bedroevend weinig kennis van de Bijbel meer te vinden in het vroeger zo ‘christelijk’ land. Velen komen in geen kerk, lezen nooit in de Bijbel. Maar ook bij het ‘kerkvolk’ is de kennis van de Schrift vaak zeer bedroevend. En dat, terwijl God Zelf zegt: 'Mijn volk gaat te gronde door gebrek aan kennis’ (Hos. 4:6). Ook hier, als het gaat om het profetisch Woord, over de komst van onze Heere Jezus Christus, geldt dat het niet om verzinsels gaat. Het is waar en zeer belangrijk; een lamp voor onze tijd. Lees 2 Petrus 1:12-21 . Groetjes, <>< Pieter.

woensdag 25 januari 2012

Ontkomen aan het verderf.

Ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst. 2 Petrus hfdst 1 vers 4. Het is een drang die steeds verder gaat. Het noemt begeerte. Het begint bij ‘nemen wat er te nemen valt’, en dan komt het via liegen en stelen uiteindelijk vaak tot gewelddaden. Bitter weinig mensen vragen zich af welke ‘wet’ achter zulke ontwikkelingen steekt. Het is een wet van verderf, uit verdorven harten voortkomend. En daaraan moet hoognodig worden ‘ontkomen’! Hoe? Door nieuw leven te ontvangen, ja, ware kennis van God (vs.3). God wil ons een totaal ander leven geven, niet meer gedreven door onze begeerten, maar gedreven door eenvoudige, maar ware kennis van God. ‘Beijvert u … om uw roeping en verkiezing te bevestigen’ (vers 10). ‘Door genade alleen’ – en ‘beijvert u’: Beide waarheden moeten duidelijk zijn. Ons geloof is volkomen uit God, door Zijn genade, zonder enige bijdrage van onszelf. Maar even waar en even onmisbaar is de andere kant: als er geen ijver is, dan is er geen vrucht. Dan zijn wij blind in onze bijziendheid. Dus wat nodig blijft, is ijver. Geen ijver om ons heil te bewerken, want dat heeft de Heere Jezus volmaakt gedaan. Wel ijver om onze roeping te bevestigen, zodat Zijn werk voor ons en in ons zichtbaar wordt. Lees 2 Petrus 1:1-11. Groetjes, <>< Pieter.