maandag 6 december 2010

Bezweken.

En terstond kraaide de haan. En Petrus herinnerde zich het woord van Jezus, die gezegd had: Voordat de haan kraait, zul je Mij driemaal verloochenen. En hij ging naar buiten en weende bitter. Mattheüs hfdst.26 vers 75.
Het kritieke moment van die avond was aangebroken voor Petrus, een van Jezus’ trouwste volgelingen. Zijn Meester was ter dood veroordeeld. Men had Hem in het gezicht geslagen, bespuwd, bespot. Wou Petrus of kon hij het nog langer aan bij Jezus te horen? Het bleek nu immers een verloren zaak! Petrus, die niet zolang geleden had gezegd dat hij Christus niet zou verloochenen – zelfs al moest hij met Hem sterven – bezweek voor de verzoeking. Hij verloochende zijn Meester, en dat tot driemaal toe. Toen leek alles voor hem ook verloren: hij ging naar buiten en weende bitter. Dit berouw echter liet zijn latere herstel toe als discipel en getuige van de opgestane Heer. Hoe kon Petrus zo diep vallen? Kijken we daartoe eens in het hart van elke mens:
Hoogmoed: bij Petrus: al zouden allen aanstoot aan U nemen, ik nooit.
Zelfoverschatting: bij Petrus: zelfs al moest ik met U sterven, ik zal U voorzeker niet verloochenen.
Geestelijke lauwheid: bij Petrus: niet gewaakt en gebeden om niet in verzoeking te komen.
Drie punten van uiterste waakzaamheid over onszelf dus!
Zijn er nog lichtpuntjes in dit droevige verhaal? Ja, de woorden van de Heer Jezus: ‘Simon, Simon, zie, de satan heeft verlangd ulieden te ziften als de tarwe, maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet zou bezwijken’ (Luk. 22:31). Dit is onze troost: we hebben een biddende Heiland, die ons nooit loslaat.
Lees Mattheüs 26:69-75.
Groetjes,
<>< Pieter.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten