vrijdag 24 september 2010

Genezen!

en Hij genas hen, zodat de menigte zich verwonderde, daar zij zagen dat stommen spraken, verminkten gezond waren, kreupelen liepen en blinden zagen; en zij verheerlijkten de God van Israel. Mattheüs hfdst.15 vers 31.
De Heer Jezus was vermoeid en ging rust zoeken ergens op een berg. Van de mensen kreeg Hij daar echter geen gelegenheid voor. Er waren zoveel zieken, verminkten, kreupelen, blinden. Tot wie konden dezen anders heengaan dan tot Hem, de grote Geneesheer? Ze kwamen dan ook niet beschaamd uit. Allen die aan Zijn voeten gelegd werden genas Hij, met innerlijke ontferming bewogen. Het resultaat was dat ze God verheerlijkten. Vandaag kunnen wij nog steeds naar de Heer gaan, de Heiland der wereld. Weinigen maken daar helaas gebruik van. Brengen wij onze zieken aan de voeten van de Grote Geneesheer? En hoevelen verheerlijken dan God? Doen wij dat wel? ‘Ik heb medelijden met de schare.’ Deze woorden tonen ons iets van het hart van de Heer Jezus. In deze geschiedenis geeft Hij de menigte brood te eten. Het is datzelfde medelijdende hart, dat Hem er later toe heeft gebracht alles voor ons te geven. Omdat Hij medelijden had met ons die verloren waren in onze zonden, was Hij bereid te sterven. Hij nam de zondeschuld op Zich, om ons van die schuld tegenover God te bevrijden. Daarvoor had Hij alles, ja, zelfs Zijn leven over. Omdat Hij zoveel voor ons heeft gedaan, kunnen wij er zeker van zijn dat Hij ons diep en waarachtig liefheeft. Hebben we Hem ook lief?
Lees Mattheüs 15:29-39.
Groetjes,
<>< Pieter.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten