woensdag 3 november 2010

het juiste onderzoek

Jezus nu antwoordde en zei tot hen: U dwaalt, daar u de Schriften niet kent, noch de kracht van God. Mattheüs hfdst.22 vers 29.
De Heer Jezus is ook hier 'to the point' in zijn antwoord op dit soort vragen van zijn tegenstanders en van de ‘gezonde leer’. Hij gaat niet in discussie. Hij toont ze wat hun échte probleem is, nl.: ‘U kent de Schriften niet.’ Hij antwoordt hun met een ‘Er staat geschreven…’ Zo moeten wij hen ook tegemoet treden. Maar kennen wij de Schriften? Zeggen wij niet vaak (zonder blikken of blozen): ‘Ik ben niet zo goed thuis in de Bijbel…’ Is dat eigenlijk niet een schande! Trouw het Woord van God lezen, onderzoeken, ernaar luisteren en ernaar handelen, dat is de normale omgang met de Schriften voor een christen. In dit gedeelte wordt de Heer Jezus opnieuw een strikvraag gesteld, ditmaal over de opstanding. Mattheüs vertelt er meteen bij dat de vraagstellers zelf helemaal niet in een opstanding geloven. Jezus gaat dan ook niet met hen redetwisten, maar verwijst hen naar ‘hun eigen’ Schriften, die ze in dit opzicht, uit ongeloof, bewust negeerden. God bleef Zichzelf in de Schriften namelijk de God van Abraham, de God van Izaak en de God van Jakob noemen, ook nadat deze mannen al lang gestorven waren. Hij bleef hun God, want Hij, de levende God, is niet een God van doden, maar van levenden. Daarom is Hij ook in staat mensen uit de graven te laten opstaan. Alle reden om daarover versteld te staan!
Mattheüs 22:23-33

Geen opmerkingen:

Een reactie posten