vrijdag 22 oktober 2010

Meer dan een grote kuis.

En Hij zei tot hen: Er staat geschreven:’ Mijn huis zal een huis van gebed worden genoemd’; u maakt er echter een rovershol van. Mattheüs hfdst.21 vers 13.
De tempel, de plaats waar de Here Zijn naam deed wonen, was nu een handelscentrum voor allerlei kooplieden. De Heer Jezus verdrijft hen die hieraan deel hebben uit de tempel. Dit was de plaats waar God door middel van brand- en slachtoffers geëerd wilde worden. Ook die offers waren op zichzelf niet voldoende. Bij de Heer Jezus gaat het om wat er in het hart leeft. Hij verwacht dat wij zoals Hem alleen het hoogste genoegen vinden in het kennen van God en Zijn Liefde. Geen godsverering voor de uiterlijke vorm, laat staan openlijke ontheiliging van Zijn naam. Als de Heer Jezus Jeruzalem is binnengegaan, gaat Hij eerst en voor alles naar de tempel. Daar toont Hij het gezag dat Hij heeft. Allen die het huis van God tot een plaats van koophandel hadden gemaakt weten onmiddellijk waar ze verder kunnen met hun roverspraktijken. Niemand houdt Hem daarin tegen. Wanneer dat is gebeurd, is er weer ruimte voor de Heer om te werken. De tempel kan weer gebruikt worden als een plaats waar mensen met alles bij Hem terecht kunnen. In een mensenleven kan dat ook zo gaan. Als er in ons leven dingen zijn die niet goed zijn, moeten we die eerst weg doen. Dan is er ruimte voor de Heer om in ons leven dingen te bewerken die anderen tot lofprijzing aan God zullen brengen.
Lees Mattheüs 21:12-17.
Groetjes,
<>< Pieter

Geen opmerkingen:

Een reactie posten