woensdag 11 augustus 2010

Mattheüs 7

Beoordelaars (vs.1-12). Een van de makkelijkste manieren om onze zonden toe te dekken, is het oordelen van anderen. Het is niet verkeerd om te onderscheiden (vs.6), maar we moeten bij onszelf beginnen. Vaak zijn we schuldig aan de zonden die we in anderen denken te zien (Rm2:1-3). We hebben gebed en liefde nodig als we met succes ‘oogchirurgie’ op onze broeders en zusters willen verrichten. We moeten hen behandelen op de manier waarop we door hen behandeld willen worden. Pelgrims (vs.13-14). De poort tot het echte leven is smal en de weg moeilijk, dus probeer niet een heleboel extra bagage mee te dragen. Dwaalleraars maken de weg gemakkelijk en aantrekkelijk; als u echt de Heer Jezus volgt, betaalt u daarvoor een prijs en wordt de weg soms eenzaam. Bomen (vs.15-20). Het leven brengt vruchten voort, en goede bomen brengen goede vruchten voort. Er was veel uiterlijk vertoon in het leven van de schriftgeleerden en farizeeën, maar geen bewijs van geestelijke vruchten. Bouwers (vs.21-29). ‘Op de rots bouwen’ betekent het Woord van God gehoorzamen. Zeggen is niet genoeg; er moet ook wat gedaan worden (Jk1:22-25). Als u beweert een discipel van Jezus Christus te zijn, moet u verwachten dat uw bewering wordt getoetst, zowel in dit leven als in het hiernamaals. Mooi-weer-geloof zal de toets niet doorstaan.
Uit 'Elk hoofdstuk apart' van Warren W. Wiersbe.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten